Nederlandse Modelbouw en Luchtvaartsite

Dutch Modelling and Aviation

In Memoriam

Klaas Willem Jonker
(Wilko)
† 30 april 2018

Op maandag 30 april 2018 is Wilko Jonker na een lang ziekbed overleden op de leeftijd van 58 jaar. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter. De Nederlandse militaire lichtvaart en plastic modelbouw waren zijn hobby en op deze website heeft hij alle kennis die hij in de vele jaren daarover heeft verzameld gedeeld. Zijn hobby heeft hem tot in de laatste week van zijn leven af kunnen leiden van de voortwoekerende ziekte in zijn lijf. De contacten met andere hobbyisten waren een belangrijkste steun voor hem.

Deze website zal door verschillende mensen zo lang mogelijk in stand worden gehouden, zodat andere liefhebbers kunnen blijven profiteren van uitgebreide inhoud.

(Glenn-)Martin B.10 (139/166)

Halverwege de jaren dertig van de 20e eeuw waren verschillende ideeën in omloop over de opbouw van de defensie en met name van die het relatief jonge luchtwapen. Eén van deze denkbeelden was dat een aanval met bommenwerpers de beste verdediging was.

Het ML-KNIL volgde toen deze theorie en medio 1935 werden een aantal offertes door een aantal vliegtuigfabrikanten aangeboden.

Fokker bood de nog in ontwikkeling zijnde Fokker T.V aan, terwijl de Amerikaanse Martin-fabriek model 139, een variant van de geheel metalen Martin B-10, aanbood. In die tijd was dit toestel sneller dan de toen gebruikte jachtvliegtuigen.

Uiteindelijk werd gekozen voor dit laatste type vliegtuig en in februari 1936 werden 13 stuks Martin 139s als WH-1 besteld om de Fokker C.V te vervangen. [WH stond daarbij voor Wright Holland]

De planning voorzag in eerste instantie in een aantal van 39 toestellen, die in licentie in Nederland zouden worden gebouwd. Door gebrek aan capaciteit en de te laat geachte levering, werd uiteindelijk besloten om de toestellen toch rechtstreeks uit de VS te laten komen. In maart 1937 volgende een vervolgorder voor nog eens 26 stuks van het type WH-2.

Op 2 september 1936 werd de eerste WH-1, de M-501 met constructienummer 656 overgedragen. Half december arriveerde de M-501 en de M-502 in Nederlands-Indië. De M-502 werd medio januari 1937 vanaf Andir ingevlogen. De tweede VliegtuigAfdeling kon al in April 1937 z’n Fokker C.V vervangen door de eerste zes WH-1’s.

 

De bestelde WH-2 was in een aantal opzichten verbeterd. Ze waren voorzien van krachtiger Wright Cyclone G-3 motoren van elk 875 pk, de Hamilton Standard –propeller met twee standen was vervangen door de Curtiss Electric ‘constant speed’ propeller. Verder was de koeling van de motor verbeterd en meer gestroomlijnd. En was een NSF VR-34B kortegolf radio ingebouwd. En ten slotte was, mede met het oog op de lange vluchten, een automatische piloot ingebouwd.

De snelheid was zo’n 40 km/u hoger, het vliegbereik was met 10% toegenomen en de nuttige lading was 20% groter.

De eerste WH-2, de M-514, constructienummer 717 werd medio december 1937 overgedragen. in oktober 1938 waren alle toestellen afgeleverd, zodat er drie afdelingen van elk 13 bommenwerpers (9 stuks operationeel 2 reserve en 2 in onderhoud, operationeel waren.

 

De Martin 139 was inmiddels verder ontwikkeld tot de Martin 166, deze was voorzien van één enkele cockpit overkapping, verder was de rompdoorsnede vergroot, zodat meer bommen meegenomen konden worden. Verder was de vleugel voorzien van een lichte pijlstand en waren de motoren vervangen door Wright Cyclone GR-1820-G5 van 1000 pk elk. Onder andere uit commerciële overwegingen werd dit type Glenn Martin 139 WH-3 genoemd.

Eind december 1937 werd een volgend contract getekend voor de levering van 39 Wh-3’s. De acceptatie van het eerste toestel, de M-540, constructienummer 775, vond plaats in mei 1938.

In november van dat jaar werd nog een contract getekend voor de levering van 40 WH-3A’s. Deze waren uitgerust met twee Wright Cyclone R1820-G102 motoren van 1200 pk elk, en verder identiek aan de WH-3.

De overdracht van het eerste toestel van deze levering, de M-579, constructienummer 837 vond plaat in december 1938. In April 1939 werd de derde en laatste bombardementsgroep, VlG-III operationeel te Tjililitan.

 Tot eind 1939 waren zeven toestellen door ongevallen verloren gegaan: 2 WH-1, 2 WH-2 en 3 WH-3’s.

Voor de Japanse aanval op Nederlands-Indië waren de volgende eenheden operationeel.

Andir: 1-VlG-I en 2-VlG-I met elk 9 Wh3/Wh-3A’s plus 2 reserve toestellen
Singorasi 1-VlG II met 3 Wh2’s; 9 Wh-3/Wh-3A’s plus twee reservetoestellen
Tjililitan 1-VlG II en 3-VlG III met elk 9 Wh3/Wh-3A’s plus 2 reserve toestellen
Kalidjati 7eAfdeling met 1 WH-1, 2 WH-3 en 6 WH-3A
Wh-1-patrouille met 3 Wh-1 plus één reservetoestel

In totaal waren eind november 1941 dus nog operationeel: 3 stuks WH-1 plus 1 reserve; 13 stuks WH-2 plus 2 reserve; 35 stuks WH-3/WH-3A plus 5 reserve. Niet operationeel inzetbaar door onderhoud of gebruik voor instructie, waren 4 stuks Wh-1; 6 WH-2 en 2 WH-3 en 3 WH-3A.

DUTCH AIR FORCE IN BURMA - 1942; Kallang Airfield, Singapore 1941

De eerste oorlogsacties met de Martins werden rond en boven Borneo uitgevoerd, De Japanners wilde de olievelden daar zo snel mogelijk veroveren. Al gauw bleken de daglichtaanvallen een hachelijke zaak te zijn, maar helaas was door de ML-KNIL niet of nauwelijks geoefend in nachtelijke aanvallen.

Gedurende de drie maanden durende strijd gingen veel toestellen verloren door de oorlogshandelingen. Voor wie zich daar verder in wil verdiepen, zie onder andere Air Enthousiast Quarterly nr. 22 en ‘Luchtstrijd rond Borneo’ van P.C. Boer.

(Via P. Guit) B. Guit vloog samen met vlieger Yland de M-5111. Deze is op 24-1-1942 samen met nog twee andere toestellen op Samarinda II tijdens de landing door Zero's in brand geschoten. Ze waren afkomstig van Singosari (niet singorasi). Op 25 januari 1942 zijn ze met 30 man! in een Lodestar weer naar Java geëvacueerd, omdat er geen kisten genoeg meer waren op Samarinda II.

Eind februari slaagde men erin om met de laatste overgebleven, vliegklare Martin, de M-585 naar Broome, Australië te ontkomen. Dit toestel werd daar overgedragen aan de USAF, die het als B-10 met serienummer 42-68358 in dienst nam.

Van de overige toestellen zijn waarschijnlijk 18 stuks min of meer onbeschadigd in Japanse handen gevallen. Vijftien hiervan waren na reparatie weer in vliegwaardige toestand te krijgen. Een aantal hiervan werd overgedragen aan Thailand, dat in 1937 al 6 Martin 139’s had aangeschaft. Na de oorlog waren er nog een stuk of vijf overgebleven, die nog tot medio 1949 werden gebruikt.

Luitenant-vlieger P.G. Tideman (1933-1985) kijkt over zijn schouder naar de vliegtuigschutter-tweede bestuurder achter hem in een Glenn Martin 139 WH-3 bommenwerper.
[Ingesloten foto van BeeldBank NIMH. Klik op de foto voor bestel-informatie]