Historie

Eind 1949 werd door de Amerikaanse Republic fabrieken gestart met het ontwerp van de F84F. Onder leiding van de chefconstructeur Alexander Kartveli werd aanvankelijk uitgegaan van de F-84G Thunderjet. Om kostentechnische gronden werd het rompmiddendeel plus cockpit en rompachterdeel identiek aan de F-84G gehouden. De vleugel- en staartvlakkensectie werd herzien en in pijlstelling uitgevoerd. Voor een verder overzicht over de Thunderstreak klik hier

Bij het derde YF-84F prototype kwam als proef de luchtinlaat in de neus te vervallen om een nieuw radar-systeem in te kunnen bouwen. Deze nam aanmerkelijk meer ruimte in. Het toestel werd uitgerust met luchtinlaten in de vleugelwortel en een dichte neus.
Het resultaat was echter wat stuwdrukverlies, waardoor de prestaties nog minder werden. Reden te over om dit project af te blazen. Omdat de inmiddels bejaarde RF-80 van de USAF aan vervanging toe was, werd het toestel later toch nog gebruikt als prototype voor fotoverkenner.
Het eerste preproductie model, de YRF-84F (51-1828), was in februari 1952 klaar. Verschillen ten opzichte van de derde YF-84 waren onder meer de vergrote luchtinlaten. De neus was vergroot om de camera’s te kunnen bergen, verder waren vier .50 machinegeweren in de vleugelwortel aangebracht. In totaal konden zes camera’s meegevoerd worden.

Er was een groot aantal verschillende camera’s beschikbaar, deze moesten op de grond gewisseld worden, zo waren er camera’s voor verschillende hoogten, voor dag en ook voor nacht.
De fotoapparatuur kon zich automatisch aanpassen aan de hoogte en aan de lichtsterkte. Men had keuze uit maximaal vijftien verschillende soorten camera’s t.w.: zes vooruitgericht, één ‘TriMetrogen’, acht ‘oblique’(= schuin) en in verticale posities (voor detailopnamen van doelen).
Het betrof hier daglichtcamera’s van het type Fairchild K-17C, K-22 A, KA-2, T-11, K-38, elk met een of meerdere optiekmogelijkheden, variërend van 6 tot 36 inch. De Fairchild K-37 camera voor nachtopnamen (d.m.v. flash-flares) had een 12 inch optiek. Nieuw voor die tijd was onder meer de Tri-Metrogen camera, het computergestuurde systeem dat de camera’s aanpaste aan de lichtsterkte/snelheid/vlieghoogte.

Gezien de periode waarin dit vliegtuig vloog, waren alle foto’s in zwart-wit en werd nog geen gebruik gemaakt van radarfotografie en/of infrarood verkenning. In de neus waren een aantal luiken aangebracht, zodat onder andere loodrecht naar beneden kon worden gefotografeerd en ook schuin opzij.
Deze luiken konden hydraulisch worden geopend. De piloot kon ook nog mondeling verslag uitbrengen van z’n verkenningsvlucht op een aangebrachte bandrecorder. Tevens kon hij via een periscoop recht naar beneden kijken.

De vliegproeven hadden tot gevolg dat op de vleugels een viertal aërodynamische schotten werden aangebracht om de rolratio te verbeteren. Verder traden dezelfde problemen op als bij de Thunderstreak. In juni werd opdracht gegeven voor de bouw van 41 toestellen. De levering begon in maart 1954 aan de 363E Tactical Reconnasane Wing.
De tijd begon wel te dringen voor Republic, omdat McDonnell inmiddels vorderingen maakte met z’n RF-101 Voodoo. De Thunderflash was voorzien van de J65-W3 motor W3 (in licentie gebouwde Armstrong Siddeley Sapphire), die vanaf 1955 in de Thunderstreak werd ingebouwd. Later werd het toestel, vanaf block 20, afgeleverd met de nog krachtiger J65-W-7, die 250 kg meer stuwdruk leverde. Als extra starthulp konden vier JATO-raketten met totaal 4000 pond stuwdruk aan de romp worden bevestigd.

De laatste en 716e Thunderflash rolde in december 1957 van de band.

Het FICON- en het Tom-Tom- project

Vijf en twintig Thunderflashes waren aangepast tot RF-84K en maakten deel uit van het FICON project. Verder werden twee RF-84Fs uitgerust met een sort klauwen aan de vleugeltips en nam deel aan het Tom-Tom project.
Waarschijnlijk waren de Amerikanen op het idee gekomen door het Russische Zvjeno-programma, dat in augustus 1941 resulteerde in de vernietiging van een spoorbrug over de Donau in Roemenië door twaalf Polikarpov I-16’s, die waren gelanceerd door zes Tupolev ANT-6-bommenwerpers. Een Duitse testpiloot ir Hohman, had de leiding over project MX-1081.
Daarbij werden een B-29A Superfortress en twee F-84B Thunderjets met de vleugeltips aan elkaar gehaakt. Eerder proeven met een Dakota en twee Cilver Qp-47’s hadden blijkbaar positieve resultaten opgeleverd, al was het aanhaken door de luchtwervelingen bij de vleugeltips zeer gevaarlijk.
Tijdens een proefvlucht op 24 april 1953 begon één van de F-84’s te stampen, raakte in een rol richting de B-29, waardoor alledrie de toestellen crashten en alle inzittende om het leven kwamen. Project MX-1018 werd onmiddellijk gestaakt.

Inmiddels was een vergelijkbaar proefproject, ‘Tom Tom’, gestart.
De vleugeltips van een Convair RB-36F waren voorzien van uitschuifbare armen. Een RF-84F zich kon hier aan vast klampen met een snavelachtige constructie vooraan een van zijn vleugeltips.
De enige verbouwde Flash, nummer 53-1849, verongelukte bijna toen ook dit toestel begon te stampen, losbrak van de bommenwerper en in een rol raakte, maar in dit geval de goede kant op.
De Convair-testvlieger Ericson kon veilig landen op de vliegbasis Carswell. Een maand later, eind 1953, werd ‘Tom Tom’ officieel beëindigd. Men ging echter door met de Fighter Conveyor-methode (FICON).
Eén F-84 kon als een kangoeroejong worden meegevoerd onder de buik van een B-36.

McDonnell had medio 1947 de XF-85 Goblin gebouwd, een tonrond straaljagertje met opklapbare vleugels, dat paste in het bommencompartiment van de Convair B-36. De Goblin bleek echter zeer slecht bestuurbaar, zodat het Goblin-project werd gestaakt.

Convair kreeg nu opdracht een RB-36F aan te passen voor het meenemen van een F-84e.
Dit toestel was groter dan de Goblin, zodat het toestel onder de Convair uitstak. Met een trapezeachtige constructie kon de F-84 worden losgelaten. Bij terugkeer van de Thunderjet moest de vlieger weer aan haken met behulp van een pen op de neus van de Thunderjet. De H-vormige trapeze haakte zich vervolgens vast aan het rompachterstuk van de F-84, waarna deze omhoog kon worden gelierd.
Dit werd voor de eerste keer gedaan in januari 1952. Was het FICONproject bedoeld om het moedervliegtuig te beschermen, later werd de meegevoerde jager meer een verlengstuk van de kwetsbare B-36, zodat die niet zelf over zwaar verdedigde doelen hoefde te vliegen. Men dacht daarbij vooral aan verkenningsmissies. De proeven werden dus voortgezet met het prototype van de Thunderflash, de YRF-84F. Het hoog gemonteerde stabilo van de F-84F moest schuin omlaag worden gezet om het ruim van de B-36 niet te raken.

De Thunderflash-vlieger hoefde niet de hele tijd in zijn cockpit te zitten; hij kon op de loopbrug in het bommenruim klimmen en dan een bed op te zoeken in de meer comfortabele drukcabine van de B-36. Voordeel was dat op deze manier zeer lange verkenningsmissies mogelijk werden. vDe US Air Force liet zich door de proeven overtuigen om 25 Thunderflashen te laten aanpassen. Deze toestellen werden ingedeeld bij het 91e Strategic Reconnaissance Squadron onder de aanduiding GRF-84F. Later werd deze gewijzigd in RF-84K. De Tien bijbehorende Convair GRB-36D’s werden in februari en maart 1955 geleverd aan de 91e Strategic Reconnaissance Wing. De vluchten verliepen niet zonder problemen, zodat het uiteindelijk bleef bij proeven is gebleven.

 

Technische gegevens
Afmetingen:
Lengte: 14,5 m Spanwijdte: 10,2 m
Hoogte: 4,5 m Vleugeloppervlak: m2
Gewichten:
Leeggewicht: - kg Max. startgewicht: 11545 kg
Prestaties:
Max. snelheid: 1159 km/u Stijgsnelheid: - m/min
Kruissnelheid: km/u    
Vliegbereik: 3520 km Plafond: 14000 m
Overig:
Motortype: Eén Wright J65-W-7 van 3535 kg
Bemanning: Eén vlieger
Bewapening: Vier 12.7 mm mitrailleurs

 

NAVO

In totaal vijf Tactical Reconnaissance Wings van de USAF vlogen met de RF-84F, onder andere de 10e en 66e Tactical Reconnaissance Wings van USAFE. De eerste toestel arriveerde augustus 1955 op Sembach, West-Duitsland. De Amerikanen wel voor publiciteit toen de toestellen in gebruik werden genomen. Tijdens een persdag op Sembach in 1957 mochten de journalisten een doelwit uitkiezen, waarna binnen drie uur de foto’s klaar waren.
Al in 1958 werden de toestellen vervangen door de McDonnell RF-101C. Reeds in 1960 was de Thunderflash geheel uitgefaseerd. De toestellen waren allemaal overgedragen aan de Air National Guard, dat er zeven squadrons mee uitrustte en verder ook aan een aantal lidstaten van de NAVO.

Veel Landen die lid waren van de NAVO ontvingen van de Amerikanen de Thunderflash in het kader van het MDAP-progamma, net als bij de Thunderstreak het geval was geweest. Daarnaast ontvingen ook Taiwan, Denemarken, Noorwegen, Griekenland en Turkije de Thunderflash. Nederland ontving in totaal 24 toestellen. België kreeg er 34, maar vloog uiteindelijk veel langer met het toestel. De toestellen werden ondergebracht bij het van 42e smaldeel. In 1958 vond een ernstig incident plaats, toen een Belgische Flash door twee MiG-17's tot landen werd gedwongen in Oost-Duitsland.

In 1962 werd de Amerikaanse foto-apparatuur in de Thunderflashes vervangen door een vijftal Vinten-camera’s van Engelse makelij. Daarmee opereerde 42e smaldeel tot 1971, toen het met Mirage 5BR’s werd uitgerust op Florennes. De Grieken viel de eer toe de laatste Thunderflash-gebruiker te zijn. Griekenland had medio 1963 nog een tweetal toestellen overgenomen van onze oninklijke Luchtmacht, die het toestel verving door de RF-104G Starfighter. Eind jaren zeventig werd het verkenningswerk gedaan door een achttal RF-4E Phantoms. De laatste Thunderflashen werden nog tot eind jaren tachtig in gebruik voor opleidingstaken.

Op vrijdag 28 juli 1988, na een reis van vijf dagen, streek een van deze veteranen neer op Volkel. Het Militaire Luchtvaartmuseum in Soesterberg werd verblijd met de vroegere P-5 van de KLu - een van de laatste donderjagers met F-84 voor hun naam.


De Thunderflash werd medio 1955 in gebruik genomen bij de KLu. Begin 1955 werden voorbereidingen getroffen voor de conversie op de Thunderflash. Het personeel deed op de USAF-basis Sembach de nodige ervaring op met de nieuwe apparatuur. Ook volgde een aantal vliegers en ‘techneuten’ een cursus in de Verenigde Staten. Voor trainingsdoeleinden kreeg het 306 Squadron drie RT-33 ter beschikking. Hiervan crashte er echter één, zodat er maar twee door 306 squadron in gebruik zijn geweest. De Thunderflashes voor het ‘306’ kwamen, samen met de Streaks en F-86Ks (Kaasjagers) op US Corregidor en Tripoli, midden jaren vijftig in de Merwehaven te Rotterdam aan. De eerste twee RF-84F’s werden op 22 april 1956 officieel aan het 306 squadron overgedragen. In de jaren 1956-1959 werden daar nog de resterende vliegtuigen aan toegevoegd. Samen met de eerste Thunderflashes kwamen ook de nieuwe fotowagens en foto-uitrusting. Begin 1958 kon al worden meegedaan aan de Royal Flush. Samen met het andere, Engelse, 2nd ATAF-lid werd in 1959 eervol beslag gelegd op de eerste plaats binnen de Royal Flush.

De Flashes van de Klu waren van productieblokken tussen block 10 en block 31, Deze productieblokken waren aanvankelijk niet voorzien van een remparachute. Deze was op de block 75 (van de Thunderstreak) geïntroduceerd en werd later ook op eerder afgeleverde toestellen aangebracht. In Nederland is dit waarschijnlijk tijdens een IRAN (Inspect and Repair As Necessary) ergens tussen 1958 en 1958 aangebracht. Dit groot onderhoud werd toen door Avio-Diepen op Ypenburg uitgevoerd.

Op 22 maart 1963 gingen de eerste zes Thunderflashes over naar de Turkse luchtmacht. Op 23 april van dat jaar vertrokken twee stuks naar Griekenland. In de loop van de jaren waren zeven RF-84F’s verloren gegaan, zodat er toen in 1963 nog negen stuks overbleven. Die verhuisden naar Volkel, terwijl de eerste groep 306-vliegers naar het Duitse Norvenich gingen voor de conversie op de Lockheed Starfighter.

 


Registratie US Fiscal Year nr. Datum in dienst Datum uit dienst Squadron codes Opmerkingen
Republic RF-84F-10-RE Thunderflash
P-21 51-1890 01-12-1958 17-10-1963 TP-3 Naar Turkije
P-22 51-1909 09-12-1958 19-04-1960 TP-13 Afgeschreven na ongeluk
P-23 51-1910 14-10-1958 17-10-1963 TP-2 Naar Turkije
P-24 51-1924 13-12-1958 17-10-1963 TP-12 Naar Turkije
Republic RF-84F-16-RE Thunderflash
P-2 51-11254 18-12-1956 13-8-1957 TP-14 Afgeschreven na ongeluk
P-5 51-11253 11-05-1956 03-1963 TP-19 Naar Griekenland
Republic RF-84F-21-RE Thunderflash
P-1 51-17001 04-04-1956 03-1963 TP-1/ TP-5 Naar Griekenland;
P-3 52-7233 20-04-1956 17-10-1963 TP-7/TP-19 Naar Turkije
P-4 52-7241 16-04-1956 17-10-1963 TP-6 Naar Turkije
P-6 51-17000 11-05-1956 03-1963 TP-8 Naar Turkije
P-7 52-7231 02-03-1956 17-10-1963 TP-15 Naar Turkije
P-8 52-7236 02-03-1956 17-10-1956 TP-2 Naar Turkije
P-9 52-7239 16-05-1956 3-10-1957 TP-18 Afgeschreven na ongeluk;
P-10 52-7242 21-03-1956 10-1963 TP-4 Naar Turkije
P-12 51-17002 02-30-1956 13-10-1958 TP-3 Afgeschreven na ongeluk
P-13 52-7243 20-09-1957 03-1963 TP-9 /TP-14 Naar Turkije
P-17 52-7232 11-01-1957 08-06-1960 TP-16 Afgeschreven na ongeluk
P-18 51-16997 18-12-1956 03-06-1958 TP-13 Afgeschreven na ongeluk
Republic RF-84F-26-RE Thunderflash
P-11 52-7284 22-03-1956 03-1963 TP-5 Naar Turkije
P-14 52-7280 23-10-1956 03-1963 TP-10 Naar Turkije
P-15 52-7286 25-09-1956 03-1963 TP-9 Naar Turkije
P-16 52-7296 29-11-1956 21-07-1958 TP-12 Afgeschreven na ongeluk
Republic RF-84F-31-RE Thunderflash
P-19 52-7444 29-01-1957 03-1963 TP-17 Naar Turkije
P-20 52-7434 16-11-1956 17-10-1963 TP-11 Naar Turkije

 


Schaal 1/72

Bouwpakketten

  • Italeri
    • Kit 108: Het model is van prima kwaliteit. De detaillering en passing zijn goed. Alleen de cameraruitjes kieren. Erg gemakkelijk hiervoor is het zogenaamde ‘Kristal Kleer’.
      Verder is de canopy eigenlijk wat te breed.
      Het model mist echter de mitrailleurs in de vleugelvoorrand. De cockpit is nogal kaal; een vloertje, zijpanelen en een nieuwe opbouw van het instrumentpaneel zijn van stukjes plastic-card eenvoudig te maken. Vergeet daarbij ook bijvoorbeeld de riemen van de schietstoel niet!
      Een spiegel in de kap kan ook van zilverpapier of plastic-card gemaakt worden. Het model mist de ‘voorstang’ van de neuswielpoot. Deze kan van een stukje “stretched sprue” gemaakt worden.
      Voor verdere detaillering en informatie loont een bezoek aan de Flash in het Militaire Luchtvaart Museum en/of aan het Brusselse Lucht- en Ruimtevaartmuseum zeker de moeite.

      Voor een vroege uitvoering dient de behuizing van de remparachute te worden verwijderd. Hiervoor in de plaats moet dan een vin worden aangemaakt. Deze kan het beste van plastic-card (circa 1 - 2 mm dik) in dezelfde vorm te worden gemaakt zoals de vin bij de Thunderjet. Zie dit bouwverslag door M. de Vreeeze.
  • PJ Productions
    • Kit 72-1023: een resin model
Republic RF 84F Thunderflash 306 Sqn Recon AKleijn
Model van een Republic RF-84F Thunderflash, de Italeri-kit, gebouwd door Adri Kleijn.

 

Modelling add-on

De meeste sets voor de Thunderstreak kunnen ook (deels) voor de Thunderflash worden gebruikt

  • Airwaves
    • C72134: Detailset F84F Thunderstreak/Flash Airbrakes.

Decals

  • Dutch Decal
    • set 72012: Deze set geeft eigenlijk alle kleurenschema’s voor de Thunderstreak en voor een gecamoufleerde Thunderflash.
  • FlevoDecal
    • set 72032: Deze set voor van 306 Squadron heeft decals voor RT-33, RF-84F en ook voor de F-84E .

Schaal 1/48

Bouwpakketten

  • Heller
    • Kit 4802 / 80417: De kwaliteit van deze kit is redelijk goed. De afmetingen kloppen goed. De kit is voorzien van opliggende paneellijnen. Verder kan de cockpit wat verder worden aangekleed.

Modelling add-on

De meeste sets voor de Thunderstreak kunnen ook (deels) voor de Thunderflash worden gebruikt

  • Reheat
    • RH096: Geëtste onderdelen in 1/48 ten behoeve van de Heller-kit.

Decals

  • Dutch Decal
    • Set 48010: Dit is een set voor een F84F Thunderstreak 311, 312, 315 Squadron en voor een RF 84F Thunderflash van 306 Squadron .
  • Experts Choice
    • 4802: Decals voor een RF 84F/K Thunderflash van onder andere de Air National Guard

 


Schema Kleurnaam FS-nummer BS-nummer Humbrol XtraColor Vallejo Model Color Vallejo Model Air Hataka
Standaard #1: Afleverschema Geheel Blank Metaal              
Onderzijde Aluminium Dope     56 / 191 X216 70.864; 71.062  
 
Standaard #2 Bovenzijde Donkergrijs / Extra Dark Sea Grey ~6099 BS:640 123 / 106 X005 / X376 70.866 71.110 ~140
DonkerGroen / Dark Green   BS:641 163 X001 70.892 71.324 ~143
Onderzijde PRU Blue   BS:636 124 / 230 X008   71.109 ~207

Voor een uitgebreide conversietabel met zeer veel kleur- en verfsystemen, zie www.paint4models.com

 

Republic RF-84F Thunderflash-basis-vroeg-SMALL
Eerste kleurenschema Republic RF-84F Thunderflash in de vroege uitvoering zonder remparachute.
Republic RF-84F Thunderflash-basis-vroeg-SMALL
Tweede kleurenschema Republic RF-84F Thunderflash in de late uitvoering met remparachute, gevoerd door onder andere P-6 en P-22.
Republic RF-84F Thunderflash-basis-vroeg-SMALL
Het laatste kleurenschema Republic RF-84F Thunderflash in de late uitvoering.

 


Literatuur.

Avia: 32e jaargang nummer 9:   Pag. 324 - 325 1973 Uitgevers Wyt, Rotterdam
AVIA; 34e jaargang nummer 5: Luchtvloot van Plastic: Republic RF-84F Thunderflash   Pag. 162 - 163 1975 Uitgevers Wyt, Rotterdam
Modelbouw in Plastic. jaargang ..., nummer 3   Pag. 3 - 11 1976 IPMS Nederland
Nederlandse Militaire Luchtvaart in Beeld. deel 2 Hugo Hooftman Pag. 100 - 101 1977 Uitgever: Europese Bibliotheek, Zaltbommel
Dutch Military Aviation 1945-1978 Paul A. Jackson Pag. 107; 108;113-116 1978 Uitgever: Midland Countries Publications, Leicester
AviaHobby, jaargang 1, nummer 09 P. Gols; H. Loeber pag. 161 - 170 1980 Uitgevers Wyt, Rotterdam
AVIA: 41e jaargang nummer 7: Luchtvloot van Plastic: De Republic RF-84F Thunderflash Hans Loeber Pag. 276 - 278 1982 Uitgevers Wyt, Rotterdam
Squadrons van de Koninklijke Luchtmacht Willem Helfferich Pag. 77 1983 Uitgever: Unieboek b.v., Houten
Aircraft Number 61 F-84 Thunderjet in action. Davis, Larry & Menard, David Pag. 34 - 39 1983 Uitgever: Squadron/Signal Publications Inc., Carrolton, Texas
Van Luchtvaartafdeling tot Koninklijke Luchtmacht 75 jaar Militaire Luchtvaart in Nederland Koos van de Berg Pag. 46 1987 Uitgever: Rebo Produkties, Sassenheim
KLu Vliegtuigen: De vliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht vanaf 1913 Wim Schoenmaker & Thijs Postma Pag. 116 - 118; 120 - 122 1987 Uitgeverij De Alk, Alkmaar
Luchtvaartwereld; 5e jaargang nummer 10: De Thunderflash terug in Nederland Herman Sixma & Theo van Geffen Pag. 274 - 275 1988 Uitgeverij Ten Brink, Meppel
Modelbouw in Plastic, jaargang 22, nummer 1 F. Bachoffner pag. 2 - 7 1993 Uitgavve IPMS Nederland
Squadrons van de Koninklijke Luchtmacht (derde herzien druk) Willem Helfferich Pag. 31 - 1994 Uitgevers Wyt, Rotterdam
Camouflage en Kentekens J.H.N. Greuter e.a. pag. 57-61; 69-74; 99-105 1997 Uitg. Bonneville, Bergen (NH)
Luchtvaartwereld: jaargang 1, nummer 01 Peter de Jong pag. 45 - 59 1999 Uitgeverij Geromij, Maarssen
Luchtvaartwereld: jaargang 1, nummer 02 Peter de Jong pag. 41 - 45 1999 Uitgeverij Geromij, Maarssen
Luchtvaartwereld: jaargang 1, nummer 03 Peter de Jong pag. 53 - 55 1999 Uitgeverij Geromij, Maarssen
Luchtvaartwereld; jaargang 1 nummer 04 Peter de Jong Pag. 51 - 52 1999 Uitgeverij Geromij, Maarssen

 

Websites.