Nederlandse Modelbouw en Luchtvaartsite

Dutch Modelling and Aviation

In Memoriam

Klaas Willem Jonker
(Wilko)
† 30 april 2018

Op maandag 30 april 2018 is Wilko Jonker na een lang ziekbed overleden op de leeftijd van 58 jaar. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter. De Nederlandse militaire lichtvaart en plastic modelbouw waren zijn hobby en op deze website heeft hij alle kennis die hij in de vele jaren daarover heeft verzameld gedeeld. Zijn hobby heeft hem tot in de laatste week van zijn leven af kunnen leiden van de voortwoekerende ziekte in zijn lijf. De contacten met andere hobbyisten waren een belangrijkste steun voor hem.

Deze website zal door verschillende mensen zo lang mogelijk in stand worden gehouden, zodat andere liefhebbers kunnen blijven profiteren van uitgebreide inhoud.

Fokker D.III

Historie

De Fokker D.III, Fokker M-19, was een directe doorontwikkeling van de Fokker D.I, (Fokker M-17) en Fokker D.II, (Fokker M.18). Deze waren nog door de in juni 1916 (tijdens een testvlucht met een productie-Fokker D.I) omgekomen Martin Kreutzer, Fokkers hoofdontwerper. Deze werd opgevolgd door Reinhold Platz.

De Duitse typeaanduiding was als volgt opgebouwd, eerste de naam van de fabrikant, dan een typeletter, dan een punt gevolgd door het typenummer, dus bij Fokker bijvoorbeeld Fokker D.I en hier dus Fokker D.III . Aanduidingen als Fokker D-3, Fokker D-III en dergelijke zijn historisch gezien dus onjuist.

De Fokker M.19 was eigenlijk een aangepaste Fokker D.II met een 160 pk Oberursel U.3 rotatiemotor (met een dubbele rij cilinders) en een vleugeloppervlak van 20 m2 . De Fokker D.I en Fokker D.II hadden een vleugeloppervlak van 22 respectievelijk 18 m2.

Aanvankelijk had de D.III nog geen ailerons, maar scheluwtrekking. Deze vroege D.III's hadden fabrieksaanduiding M.19F (Flächenverwindung). Later werden ze wel voorzien van ailerons, wat de handelbaarheid flink verbeterde. Deze versie kreeg de fabrieksaanduiding M.19K (Klappenverwindung). Het merendeel van de gebouwde Fokkers D.III was van dit type.

De D.III had beduidend betere prestaties dan z'n beide voorgangers.
In september 1916 ontving de bekende Duitse oorlogsvlieger Boelcke een Fokker D.III. Aanvankelijk was hij zeer gecharmeerd van het toestel en behaalde er gedurende de eerste weken nog zes overwinningen. Maar Boelcke vond wel dat het toestel trager was dan de Sopwith 1½ Strutter en veel langzamer dan de Nieuport Scout. Reden voor hem om over te stappen op de Albatros D.I. Deze was een stuk sneller. De D.III werd ten gevolge van Boelckes advies van de frontlinie teruggetrokken en vervolgens werden ze ingezet voor het thuisfront.

In verschillende bronnen wordt gemeld dat de Oberursel onbetrouwbaar was, Frits Gerdessen waagt het om dit in twijfel te trekken, hij stelt wel dat de verkrijgbaarheid problematisch was in verband met de productiecapaciteit.

 

Technische gegevens
Afmetingen:
Lengte: 6,3 m Spanwijdte: 9,05 m
Hoogte: 2,25 m Vleugeloppervlak: 20 m2
Gewichten:
Leeggewicht: 452 kg Max. startgewicht: 710 kg
Prestaties:
Max. snelheid: 160 km/u Stijgsnelheid: - m/min
Kruissnelheid: - km/u    
Vliegbereik: 220 km Plafond: 4725 m
Overig:
Motortype: 1 Oberursel U.3 van 160 pk
Bemanning: Eén vlieger
Bewapening: Twee 7,9 mm Spandau LMG 08/15 mitrailleurs