Nederlandse Modelbouw en Luchtvaartsite

Dutch Modelling and Aviation

In Memoriam

Klaas Willem Jonker
(Wilko)
† 30 april 2018

Op maandag 30 april 2018 is Wilko Jonker na een lang ziekbed overleden op de leeftijd van 58 jaar. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter. De Nederlandse militaire lichtvaart en plastic modelbouw waren zijn hobby en op deze website heeft hij alle kennis die hij in de vele jaren daarover heeft verzameld gedeeld. Zijn hobby heeft hem tot in de laatste week van zijn leven af kunnen leiden van de voortwoekerende ziekte in zijn lijf. De contacten met andere hobbyisten waren een belangrijkste steun voor hem.

Deze website zal door verschillende mensen zo lang mogelijk in stand worden gehouden, zodat andere liefhebbers kunnen blijven profiteren van uitgebreide inhoud.

Artikelen

Grumman S-2 Tracker

Historie

De US Navy verzocht om de ontwikkeling van een tweemotorig vliegtuig dat de teams éénmotorige Warner en Strike-toestellen zoals de Avenger en Guardian, moest gaan vervangen.
Grumman kwam in 1949 uit met model G89, een tweemotorig ASW-toestel dat op basis van het eisenpakket was ontworpen. In juni 1950, na een evaluatie van de G-89, ontving Grumman opdracht voor twee prototypen die de aanduiding XS2F-1 kregen toegewezen.
Het eerste toestel, bu.no. 129137 maakte begin december 1952 de eerste vlucht; het tweede prototype, BuNo 129138, volgde in februari 1953.De uitgebreide testen door de US Navy resulteerde in een eerste order voor vijftien toestellen van type S-2F-1. Vanaf 1962 hanteerde de US Navy een andere typeaanduiding.

Versies

S2F-1:
Vanaf 1962 werd deze aangeduid als S-2A.
Het toestel was uitgerust met een AN/APS 38 zoekradar, ondergebracht in een intrekbare, enigszins gestroomlijnde radome onder de romp [deze stak in ingetrokken 15,24 centimeter onder de romp uit; in neergelaten toestand was dit 62,23 centimeter.
Verder was er een intrekbare MAD-boom. Deze stak in uitgestoken toestand 2,74 meter uit achter de romp. De eerste toestellen waren verder voorzien van een bipolaire APA-69 ECM richtingzoeker op de cockpit. Deze werd algauw vervangen door een APA-69 in een radome.
Aanvankelijk was een zoeklicht van 70 miljoen kaars onder de rechtervleugel, later werd deze vervangen door een exemplaar van 85 miljoen kaars.In het bommenruim konden torpedo’s, bommen of dieptebommen worden meegenomen.
Onder elk van de vleugels waren drie ophangpunten voor HVAR raketten, bommen of rakethouders aanwezig. In de achterzijde van elk van de motorgondels konden acht SSQ-2 sono-boeien of één paar grotere SSQ-1 sono-boeien worden meegenomen.
Naast de sono-boeien konden ook nog vijftien SUS (Signal-Underwater-Sound) boeien worden meegenomen. Deze veroorzaakten door een kleine explosie een geluidsgolf onder water, waarvan de echo’s konden worden geanalyseerd. Later werd de achterzijde van de motorgondel voorzien van een aerodynamische achterkant.
In totaal werden er 755 toestellen gebouwd, waarvan er 130 stuks werden geëxporteerd (onder MDAP).
In Canada werden nog een 99 stuks, afgeleid van de S2F-1 gebouwd door DeHavilland of Canada.
  • US-2A: Een utility-uitvoering als vervanging van onder andere de C-45. Alle ASW-apparatuur werd verwijderd en de achterzijde van de motorgondel werd afgedicht. Dit type werd ook gebruikt als doelsleper. Ruim 50 toestellen werden omgebouwd.
  • US-2B: Ook dit type was een aangepaste S2F-1. Een verschil met de US-2A was dat er vijf passagiers meegenomen konden worden. In het bommenruim konden extra brandstoftanks worden meegenomen.
    Er werden 75 S-2A's omgebouwd.
  • S2F-1T: Dit was een trainerversie voor de meermotorigen-opleiding. Ook hier was alle ASW-apparatuur verwijderd. Later werd dit type aangeduid als TS-2A. Wel konden oefenbommen en –torpedo’s worden meegenomen.
    Er werden 200 stuks gebouwd.
S2F-1S.
Dit interim-type, later ook wel aangeduid als S-2B, was een gemoderniseerde uitvoering van de S-2A. De modernisering had betrekking op de vernieuwde ASW apparatuur en de installatie van JEZEBEL en JULIE akoestische systemen.
S2F-1S1.
Vanaf 1962 werd deze aangeduid als S-2F.
Vooral de ASW-apparatuur was gemoderniseerd en ook werd een verbeterd JULIE-systeem toegepast.
S2F-2:
Vanaf 1962 werd deze aangeduid als S-2C.
Dit was een verbeterde versie, die een groter bommenruim had. Verder waren de ophangpunten onder de vleugels versterkt en werd de spanwijdte van de horizontale stabilizer vergroot met ruim 12 centimeter.
Er werden zestig toestellen van gebouwd.
Een klein aantal werd verbouwd tot fotoverkenner.
  • US-2C: Veel S-2Cs die waren vervangen door nieuwe versies van de Tracker, werden omgebouwd tot transport-toestellen.
    Alle ASw-apparatuur werd verd verwijderd, wel bleef installatie voor de sono-boeien (achter in de motorgondels) gehandhaafd.
  • RS-2C/S2F-2P: Eén uitgefaseerde Grumman S-2C werd omgebouwd tot foto-verkenner.
    Alles ASW-appratuur werd verwijderd en er weerden zes foto-camera's onder in de romp ingebouwd.
S2F-3 (S-2D):
was de derde Tracker-variant die door Grumman werd geproduceerd. Er werden er honderd van gebouwd. De APA-69 ECM radome was verwijderd; het vergrote bommenruim van de S2F-2 was weer achterwege gelaten; er konden nu in totaal 32 sono-boeien worden meegenomen. De motoren waren van een verbeterd type en de spanwijdte van met 91 centimeter vergroot, terwijl de vleugeltips nu afgerond waren en ECM-apparatuur bevatten.
S2S-3S:
was de laatste productievariant die werd gebouwd. Er was nu een extra radome onder de romp ingebouwd en een intrekbare bladantenne. Inwendig was onder andere de ASA-31 apparatuur vervangen door het ASN-130 systeem; de automatisch piloot was vervangen door een moderner type en de brandstofcapaciteit was vergroot.

Canadese Licentiebouw.

CS2F-1:
Na uitgebreide tests en evaluaties door de Canadese Navy werd de eerste CS2F-1 in februari 1957 afgeleverd. In totaal werden 99 toestellen in twee varianten gebouwd.
De CS2F-1 verschilde van de S2F-1 vooral ten aanzien van de antennes en het ontbreken van de APA-69 ECM radome op de cockpit. De meeste toestellen hadden een kleine antenne op de zelfde plaats.
CS2F-2:
Een verbeterde versie was de CS2F-2. De verbeteringen hadden vooral betrekking op de ASW sensor, het MAD-systeem en een gemoderniseerde radar.
Uitwendige verschillen met de CS2F-1 waren vooral de antennes.
CS2F-3:
Tussen 1964 en 1967 werd een grote MLU uitgevoerd.
Deze update had betrekking op de installatie van ASN-501 tactisch computer/navigatiesysteem; APN-03 doppler radar en verbeterde JULIE/JEZEBEL-sensoren. De verbeterde toestellen, zowel CS2F-1 als CS2F-2, werden aangeduid als CS2F-3.

 

Technische gegevens
Afmetingen:
Lengte: 12,88 m Spanwijdte: 21,24 m
Hoogte: 4,96 m Vleugeloppervlak: 46 m2
Gewichten:
Leeggewicht: 8603 kg Max. startgewicht: 12170 kg
Prestaties:
Max. snelheid: 407 km/u Stijgsnelheid: - m/min
Kruissnelheid: 240 km/u    
Vliegbereik: 1850 km Plafond: 6949 m
Overig:
Motortype: Twee Wright Cyclone R-1820-82 van 1575 pk elk
Bemanning: Vier man
Bewapening: 6 HAVAR 10 cm raketten, 2 General Electric Mk.44 torpedo's of 2 Lulu dieptebommen, of 2 Mk. 101 conventionele dieptebommen