Nederlandse Modelbouw en Luchtvaartsite

Dutch Modelling and Aviation

In Memoriam

Klaas Willem Jonker
(Wilko)
† 30 april 2018

Op maandag 30 april 2018 is Wilko Jonker na een lang ziekbed overleden op de leeftijd van 58 jaar. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter. De Nederlandse militaire lichtvaart en plastic modelbouw waren zijn hobby en op deze website heeft hij alle kennis die hij in de vele jaren daarover heeft verzameld gedeeld. Zijn hobby heeft hem tot in de laatste week van zijn leven af kunnen leiden van de voortwoekerende ziekte in zijn lijf. De contacten met andere hobbyisten waren een belangrijkste steun voor hem.

Deze website zal door verschillende mensen zo lang mogelijk in stand worden gehouden, zodat andere liefhebbers kunnen blijven profiteren van uitgebreide inhoud.

Hawker Hurricane II

 

Na het uitbreken van de oorlog met Japan, werden 51 Hurricane Mk IIB gedemonteerd en verzonden in kratten naar Singapore;

De Hurricanes waren uitgerust met 'Vokes' stoffilters onder de neus en waren gewapend met 12 machinegeweren. Dit extra gewicht had een negatieve invloed op de prestaties.

De toestellen waren binnen 48 uur gemonteerd en na drie dagen waren de eerste 21 toestellen operationeel inzetbaar en werden toegewezen aan 232 Squadron en het 488 (NZ) Squadron. Op 18 januari, vormden de twee squadrons de basis voor de 226 Group.

Tussen 27 en 30 januari kwamen nog eens 48 Hurricanes (Mk IIA) aan met het vliegdekschip HMS Indomitable, en werden overgevlogen naar de vliegvelden Palembang 1 en Palembang 2 op Sumatra in Nederlands-Indië.

Op  18 februari was de toestand op Sumatra onhoudbaar geworden en werden de overgebleven toestellen waaronder slechts 18 bruikbare Hurricanes (van de oorspronkelijke 99 stuks)  overgebracht naar Java.

 

Met het oog op de Japanse oorlogsdreiging zocht de Nederlandse regering in ballingschap in 1940 en 1941 naar nieuwe jachtvliegtuigen voor de Militaire Luchtvaart van het KNIL.
Voldoende om vijf nieuwe jachtvliegafdelingen mee te kunnen vormen. Op 11 augustus 1941 ondertekende ze een principeovereenkomst voor de levering van 100 Hurricanes Mk.II door de Canadian Car and Foundry Co. Ltd. te Fort Williams.
In verband met de mogelijke aanschaf van 72 Bell P-39's, werd dit aantal tijdelijk teruggebracht tot 72 stuks.
Op 5 januari 1942 zou de levering beginnen met vijftien toestellen per maand. Het definitieve contract werd op 29 november 1941 getekend, waarbij de aflevering zou starten in mei 1942.
Uiteindelijk ging dat niet door omdat de Japanse opmars in het Verre Oosten de geallieerden alsnog verraste.
Nederlands Indië capituleerde op 8 maart 1942, maar de ML-KNIL heeft in de strijd wel gebruik gemaakt van een aantal Hurricanes Mk II, die oorspronkelijk voor de RAF in Singapore waren bestemd.

In de literatuur over de ML-Hurricanes kom je verschillende typen tegen: Gerard Casius heeft het over Hurricanes IIA, maar P.C. Boer weer over Hurricanes IIB. Beiden vermelden wel dat de toestellen waren uitgerust met acht mitrailleurs, waarmee de vleugelvariant met kanonnen in elk geval is uitgesloten. Volgens Max Schep zijn, ter verbetering van de wendbaarheid van de toestellen, de vier buitenste mitrailleurs verwijderd. De toestellen waren afgeleverd met extra brandstoftanks voor in de vleugels, maar die zijn bij de assemblage in Indië zeer waarschijnlijk niet aangebracht.

Aankomst op Java

De Hurricanes, in totaal 29 stuks, arriveerden op 4 februari 1942 met het transportschip HMS Athene in Batavia. Ze werden daar geassembleerd door RAF-grondpersoneel van de 266 Fighter Wing. Dat had hier echter geen ervaring mee, zodat het werk niet voldoende opschoot.
Daarom besloot ABDAIR, op advies van Generaal-majoor Van Oyen, om nog een ML-bouwploeg in te zetten. Daarin zaten negentig man van de technische diensten van de ML en de KNILM!
Ze werkten circa vijf dagen lang in een 24-uurs ploegendienst.
De laatste jagers kwamen op 15 februari gereed. De toestellen werden over de weg naar Kemajoran getransporteerd, daar vlieggereed gemaakt en door de RAF proefgevlogen.
Vervolgens werden de Hurricanes door RAF- en ML-vliegers naar Tjililitan overgevlogen en daar door de operationele eenheden afgehaald.
Al snel werden er zeventien toestellen naar Palembang (Sumatra) overgevlogen ten behoeve van het 266 Squadron RAF, terwijl er twaalf kisten in opdracht van ABDAIR werden overgedragen aan de ML/KNIL.
Ze dienden ter versterking van de 2 Vl.G.-FV, die was uitgerust met Curtiss Wright Interceptors.

In de literatuur over de ML-Hurricanes kom je verschillende typen tegen: Gerard Casius heeft het over Hurricanes IIA, maar P.C. Boer weer over Hurricanes IIB. Beiden vermelden wel dat de toestellen waren uitgerust met acht mitrailleurs, waarmee de vleugelvariant met kanonnen in elk geval is uitgesloten. Volgens Max Schep zijn, ter verbetering van de wendbaarheid van de toestellen, de vier buitenste mitrailleurs verwijderd. De toestellen waren afgeleverd met extra brandstoftanks voor in de vleugels, maar die zijn bij de assemblage in Indië zeer waarschijnlijk niet aangebracht.

Java, febr. 1942, transport over de weg naar Kemajoran van 2 Hurricanes (mogelijk van de ML\KNIL. Vleugels zijn gedemonteerd en een afdekzeil ligt over de neus.
Java, febr. 1942, transport over de weg naar Kemajoran van 2 Hurricanes (mogelijk van de ML-KNIL). Vleugels zijn gedemonteerd en een afdekzeil ligt over de neus.
[Ingesloten foto van BeeldBank NIMH. Klik op de foto voor bestel-informatie]

 

Eerste tegenslagen

De 2 Vl.G.-IV, door de Japanse opmars van haar basis in Soerabaja verdreven, arriveerde op 13 februari in Andir met zes overgebleven Interceptors.
Op 16 februari vertrok ze met de Hurricanes naar Kalidjati voor het afwerken van een oefenprogramma.
Door slecht weer en door de oorlogsomstandigheden verkeerde de landingsbaan daar in slechte staat. Vlieger Bruinier sloeg bij de landing over de kop, waardoor zijn Hurricane totaal werd vernield.
Tijdens het oefenen kreeg vlieger Hermans op 17 februari motorstoring. De motor sloeg af en bij de landing sloeg hij eveneens over de kop. Zo gingen er in de eerste paar dagen bij de Vlieggroep al twee Hurricanes verloren.

Al snel bleek dat de nieuwe jagers eigenlijk niet goed operationeel inzetbaar waren door het ontbreken van radiokristallen voor de Nederlandse frequenties en door problemen met de zuurstofvoorziening en het benodigde Engelse gereedschap.
Ter ondersteuning werden dertig tot veertig RAF-specialisten ingezet.
Op advies van de (Engelse) technische officier werden de tropenfilters van de motoren verwijderd, omdat dit zo'n 10 mijl snelheidswinst opleverde.

Onder vuur op Kalidjati

Bij de Britse squadrons wekte het veel irritatie dat de Nederlanders hun Hurricanes tot nu toe nog niet operationeel hadden ingezet. Voor de plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten, Kapitein-waarnemer Leyden, was dit de aanleiding om Standing Patrols uit te laten voeren.
Op 25 februari 1942 vielen de Japanners Kalidjati aan. Bij het eerste alarm startten acht Hurricanes en kruisten circa twee uur lang op een hoogte van 6000 m, waarna ze wegens brandstofgebrek terugkeerden.
Twee toestellen waren net geland en een derde, met vlieger Jacobs, was net in de landing toen het vliegveld werd gebombardeerd.
Hij startte door, maar werd vlak daarna neergeschoten en moest een buiklanding maken. Zijn kist raakte hierbij total loss. De twee gelande toestellen liepen kogel- en scherfschade op.
De rest van de Hurricanes voerde een kringgevecht uit, maar moest zich hier al snel aan onttrekken door de nijpende brandstofsituatie.
Twee toestellen weken uit naar Tjikampek, waar speciaal voor de Hurricanes een voorraad met 100-octaan brandstof stond opgeslagen. De rest landde op Kalidjati, waarbij het toestel van vlieger Hamming tijdens de uitloop in een bomkrater terechtkwam en flinke schade opliep.
Kort nadat de vliegers hun Hurricanes uit Tjikampek waren teruggekeerd, barstte er weer een bombardement op Kalidjati los. Het beschadigde toestel van Hamming werd nu total loss geschoten. En de start- en landingsbaan raakte zwaar toegetakeld.

In actie vanaf Ngoro.

Op 26 februari viel het besluit om een groot deel van het op West-Java aanwezige ML-materieel en -personeel naar Oost-Java te sturen ter ondersteuning van het daar opere­rende 17 Pursuit Squadron RAF. De zes Hurricanes die vliegklaar waren vertrokken eveneens. Ze vlogen naar Ngoro via Madioen.
Ook het grondpersoneel werd overgeplaatst.
Op 27 februari arriveerde een zevende, ondertussen gerepareerde Hurricane op Ngoro. Kalidjati ging op 1 maart, dus nog geen week later, verloren.
De achtergebleven en voor de reparatie van het zevende toestel volledig gekannibaliseerde Hurricane viel in handen van de Japanners.

Ten behoeve van de servicing kwam op 27 en 28 februari de benodigde munitie, zuurstof en hydraulische olie aan. Net op tijd, want op 1 maart werd vanaf Ngoro, bij zonsopgang, een grootscheepse geallieerde aanval op de Japanse invasiemacht uitgevoerd. De ML-Hurricanes deden mee.
Elt.Vl.Wn. Bruinier liep tijdens de aanval zware schade op aan de (houten) propeller van zijn toestel. Hij slaagde er toch nog in een normale landing op Madioen te maken.
Sgt.maj.Vl. Boonstoppel landde ook uit ook voorzorg op Madioen. Een derde kist (de Z5664 ?) maakte een nood­landing in een sawa bij Bodjonegoro.

Opnieuw onder vuur

Na de behouden terugkeer van de overige Hurricanes op Ngoro, landde er een Lockheed 12 met aan boord de langverwachte radiokristallen. Het toestel was onderweg door een aantal van hun missie terugkerende P-40's beschoten. Maar toen ze de rood-wit-blauwe vlaggen in de gaten hadden gekregen, waren ze afgedraaid.
Nog tijdens de debriefing van de vliegers werd Ngoro door een tweetal Japanse Navy O's Aangevallen en gestrafed.
Omdat Ngoro eigenlijk een schuilvliegveld was en een uitstekende camouflage bezat, was er bijzonder weinig luchtdoelgeschut aanwezig.
De Japanse toestellen ondervonden dan ook weinig tegenstand. Na afloop van de aanval waren op twee ML-Hurricanes na, alle aanwezige USAAC- en ML-toestellen zwaar beschadigd of totaal vernield. De ongecamoufleerde, niet verdekt opgestelde Lockheed 12 ging helemaal in vlammen op.

Terugtrekking mislukt

Naar aanleiding van deze gebeurtenissen werd het 17 Pursuit Squadron van Ngoro terug­getrokken. Twee niet helemaal afgetankte Hurricanes vertrokken met bestemming Ban-doeng.
Vdg.Vl.Wnr. Wink, die tot dan toe op Brewster Buffalo's had gevlogen, vloog één kist. Hij had slechts een vijf minuten durende cockpit-instructie gehad!
De rest van het ML-personeel ging per autocolonne. Kort nadat die was vertrokken werd Ngoro opnieuw gebombardeerd.
Wink, die onderweg problemen constateerde met het overpompen van brandstof van de romp- naar de vleugeltank, besloot een tussenlanding te maken op Wira-saba. Bij het taxiën maakte hij ongelukkigerwijs een neusstandje, wat de propeller van zijn toestel zwaar beschadigde.
Een nieuwe propeller was niet zo gauw beschikbaar, dus zat hij vast op Wirasaba. Omdat ook dit vliegveld ontruimd moest worden, zat er niks anders op dan zijn Hurricane, samen met twee aanwezige en beschadigde Glenn Martin bom­menwerpers, in brand te steken.
Lt.Vl. Marinus was met de andere Hurricane uiteindelijk al even weinig fortuinlijk. Door brandstofgebrek moest hij een tussenlanding op het in aanbouw zijnde vliegveld Surakarta maken.
Hoe nu verder? Vliegtuigbenzine van 100 octaan was hier niet, maar wel was er een pomp met autobenzine in de buurt; daarmee werd zijn toestel afgetankt.
Marinus overnachtte in Surakarta en probeerde op 2 maart vanaf een droge sawa te starten, omdat in verband met de naderende Japanners de startbaan al was vernield. Hij sloeg bij deze poging over de kop en zijn toestel raakte total loss.

Laatste Hurricane

Vlieger Sgt.maj.Vl. Boonstoppel, die in een eerder stadium met zijn Hurricane op vliegveld Madioen was beland, kwam intussen op Andir aan. Boonstoppel had door de telefoon gehoord dat Ngoro ontruimd was.
Hij werd doorgestuurd naar Pameumpeuk om bij te tanken. Maar ook hier was geen 100-octaan brandstof (wel 90 octaan), zodat hij doorging naar Maospati. Dit veld werd ook al ontruimd, zodat hij tenslotte onverrichterzake terugkeerde op Andir.
Nu was het de bedoeling dat Boonstoppel de volgende dag met zijn Hurricane deel zou nemen aan een aanval op Japanse eenheden bij Eretan Wetan. Maar 's ochtends ontdekte hij dat grondpersoneel de propeller van zijn kist had gedemonteerd om Wink uit zijn benarde situatie in Wirasaba te helpen!
De propeller werd in opdracht van Boonstoppel nog wel teruggeplaatst, maar vliegklaar heeft hij zijn toestel niet meer gekregen. Het viel bij de capitulatie op 8 maart in Japanse handen.