Nederlandse Modelbouw en Luchtvaartsite

Dutch Modelling and Aviation

In Memoriam

Klaas Willem Jonker
(Wilko)
† 30 april 2018

Op maandag 30 april 2018 is Wilko Jonker na een lang ziekbed overleden op de leeftijd van 58 jaar. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter. De Nederlandse militaire lichtvaart en plastic modelbouw waren zijn hobby en op deze website heeft hij alle kennis die hij in de vele jaren daarover heeft verzameld gedeeld. Zijn hobby heeft hem tot in de laatste week van zijn leven af kunnen leiden van de voortwoekerende ziekte in zijn lijf. De contacten met andere hobbyisten waren een belangrijkste steun voor hem.

Deze website zal door verschillende mensen zo lang mogelijk in stand worden gehouden, zodat andere liefhebbers kunnen blijven profiteren van uitgebreide inhoud.

Westland Lynx

Historie

Ontwikkeling

In de jaren zestig werd naar aanleiding van helikopterspecificaties van het Britse en Franse leger door Westland en Aerospatiale gezamenlijk de ontwikkeling van een helikopter in drie varianten (in een lichte, een middelzware en een zware uitvoering) in gang gezet.
Westland ontwikkelde de middelzware variant, de WG.13, de voorloper van de Westland Lynx, terwijl Aerospatiale een zware en een lichte variant ontwikkelde, de Puma en de Gazelle.
De WG.13 werd voor het eerst in mockup-vorm, getoond op de luchtvaart show te Parijs, in 1970.
Het eerste prototype vloog voor het eerst op 21 maart 1971. Later werden voor testdoeleinden nog vier extra prototypes gebouwd.
De eerste afleveringen vonden plaats in 1977; het project had vertraging opgelopen door problemen die Rolls-Royce ondervond met de motoren; de eerste Lynx, een legervariant werd aangeduid als Lynx AH 1. Deze vormde meteen de basis voor de latere varianten van de Lynx.
De AH.I was een conventioneel ontwerp met een staartrotor en een vierbladige hoofdrotor. Als krachtbron werd de Rolls-Royce GEM 2 turbine van 670 KW toegepast.
De AH.I had een ski-onderstel, en had, behalve de twee toegangsdeuren tot de cockpit nog twee vrij grote schuifdeuren aan beide zijden van de romp. Naast de tweekoppige bemanning konden nog tien tot twaalf man meegenomen worden. Als lading konden drie brancards (met hospik) worden meegenomen of 900 kg intern of 1360 kg aan de sling. Verder was het mogelijk om aan weerszijden een 7.63 mitrailleur in de beide deuropeningen te plaatsen.

Technische gegevens Westland Lynx AH.1
Afmetingen:
Diameter hoofdrotor 12,8 m Diameter staartrotor 2,21 m
Romp lengte (excl. rotor) 12,06 m Totale lengte 15,16 m
Hoogte (ter plaatse van staartrotor) 3.66 m Hoogte (ter plaatse hoofdrotor) 2.96 m
Gewichten:
Leeggewicht 2.785 kg Max gewicht 4.535 kg
Prestaties:
Max. snelheid 250 km/u Hover-plafond 3.230 m
Vliegbereik 540 km    

In totaal werden 113 machines afgeleverd aan het Britse leger en aan de Mariniers.
De Lynx werd als erg prettig om te vliegen ervaren en bleek ook erg wendbaar, niet in de laatste plaats dankzij de nieuw ontworpen rotorkop.

Begin jaren tachtig werden 60 toestellen aangepast om de US Hughes TOW draadgeleide anti-tank raket te kunnen gebruiken. Deze werden aangeduid als Lynx AH.1 TOW
Eén toestel werd gebruikt als test-toestel voor proeven met onder meer een 20 mm kanon en Stinger AAM. Ook werd er een aanval mee gedaan op het snelheidsrecord voor helikopters. Het toestel werd voorzien van de nieuw ontwikkelde BERP (= British Experimental Rotor Program) rotor, deze was geheel van kunststof en had wat gebogen en bredere uiteinden en de nieuwe RR GEM 60 motor van 940 kW. Het toestel haalde hiermee een gemid.d.elde snelheid van ruim 400 km/u

Na de aflevering van de Lynx AH.1 volgde een order voor vijf AH.5s, die, ter evaluatie moesten worden uitgerust met een andere motor, de Rolls-Royce GEM 41-1 van 835 kW (op de eerste drie) of de Rolls-Royce GEM 42 van eveneens 835 kW (op de beide laatste toestellen); en een verbeterd en versterkt transmissiesysteem.

De evaluaties leid.d.en uiteindelijk tot de AH.7 productievariant, die werd uitgerust met de GEM 42 turbine. Tevens werd onder meer de diameter van de van composiet gemaakte staartrotor vergroot tot 2, 36 m; de staartvin werd gewijzigd; het airframe werd versterkt en er werden voorzieningen aangebracht om een zgn. “hay box” op de uitlaten te kunnen plaatsen (een voorzieningen om hittezoekende raketten te misleiden); de zitplaatsen werden met kevlar gepantserd en de avionica werd verbeterd.
Uiteindelijk werden tien toestellen nieuw gebouwd (inclusief de oorspronkelijke zes AH.5s), verder werden nog 107 AH.1s omgebouwd. Ook werden later nog andere wijzigingen aangebracht, zoals de eerder genoemde BERP-rotor.

Een beoogde opvolger van de Lynx was de Lynx 3, een meer geavanceerde en zwaardere uitvoering. Deze werd onder meer ontwikkeld als kandidaat als aanvalshelikopter voor het Franse en Duitse leger. Het toestel had onder andere een herziene, dikkere staartboom, GEM 60-3/1 motoren van 940 kW elk, een vergrote romp, driewielig onderstel. Helaas voor Westland werd voor de Eurocopter Tiger gekozen en de ontwikkeling werd stopgezet.

De Lynx mark 9 was een andere variant, een verbeterde AH.7 waarin een aantal ontwikkeling van de Lynx 3 waren opgenomen. Dit type was voorzien van een wielonderstel, voorziening voor tegen infrarood hittezoeker voor de uitlaat en de BERP-rotorbladen.

Er werden 16 nieuwe toestellen besteld, terwijl nog 8 AH.7’s werden omgebouwd. Later werden de banken vervangen door stoelen, nadeel van deze veiliger situatie was dat wel minder passagiers mee konden. Een nadeel van het gewijzigde landingsgestel was dat een aparte steun moest worden aangebracht voor het droppen van troepen ook kon de TOW voorziening niet aangebracht worden.

Marine-variant HAS Mk.2

Parallel met de ontwikkeling van de Army-uitvoeringen liep de ontwikkeling de Marine–versie, de HAS.Mk. 2, bedoeld als opvolger van de kleinere Wasp. De eerste vlucht van deze uitvoering was in februari 1976.
Deze variant had dezelfde motoren als de AH.1, verder kon de staart gevouwen worden en was het toestel voorzien van een wielonderstel; klampen voor het dek; opblaasbare drijvers aan de beide hoofdwielbakken en een Ferranti Seaspray radar in de neus.
Verder kon het type torpedo’s, dieptebommen en dergelijk meevoeren. Voor de onderzeebootbestrijding kon een gesleepte MAD meegenomen worden.

Technische gegevens Westland Lynx HAS.2:
Afmetingen:
Diameter hoofdrotor 12,8 m Diameter start rotor 2,21 m
Afmetingen:
Romp lengte 11,92 m Totale lengte 15,16 m
Hoogte (ter plaatse van staartrotor) 3,60 m Hoogte (ter plaatse hoofdrotor) 2,96 m
Gewichten:
Leeggewicht 3345 kg Max gewicht 4765 kg
Prestaties:
Max. snelheid 230 km/u    
Hover-plafond 2575 m Vliegbereik 95 km

De Britse marine bestelde 60 toestellen.

Voor de export werden een aantal varianten van de HAS.2 ontwikkeld, hieronder een overzicht:

Westland Lynx Mark 2 (FN):
versie voor de (Franse) Aeronavale. Deze verschilden ten opzichte van de Britse uitvoering met betrekking tot onder andere de radar, een Alcatel DUAV-4B dunking sonar in plaats van MAD, een voorziening voor een hijsinstallatie.
Westland Lynx Mk. 21:
negen stuks voor Brazilië;
Westland Lynx Mk. 23:
twee stuks voor Argentinië;
Westland Lynx Mk. 25:
De MLD schafte 6 machines van het type Mk. 25 aan. Deze waren bestemd voor SAR, training en utility doeleinden. Ze werden bij de MLD aangeduid als UH-14A en werden afgeleverd tussen 1976 en 1978.
Westland Lynx Mk.27:
De MLD schafte later ook nog tien Lynx Mk. 27s, aangeduid als SH-14B, aan. Ze werden in de periode 1978 en 1979 afgeleverd. Deze toestellen waren voorzien van krachtiger RR GEM 4 Mk. 1010 motoren van 836 pk. Ze waren uitgerust met de Alcatel DUAV-4A dunking sonar, konden twee Mk. 46 doelzoekende torpedo’s worden meegenomen.
Westland Lynx Mk. 66:
Noorwegen schafte 6 Lynx Mk.86, die begin jaren tachtig werden afgeleverd. Deze toestellen waren uitgerust met de RR GEM 4 Mark 1010 motoren, had.d.en uitrusting voor flares, maar waren verder onbewapend en de staart kon ook niet worden omgevouwen. Wel was de Seaspray radar geïnstalleerd, en ook een hijsinstallatie en een camera.

Lynx HAS Mk.3

Al snel na de HAS.2 werd de HAS.3 geïntroduceerd. Deze was voorzien van krachtiger RR GEM 42-1 Mark 204 motoren van 836 kW elk, tevens werd de overbrenging aangepast aan de sterkere motor. Verder werden de drijvers uitgebreid van twee naar vier, voorzieningen voor MAD-installatie en ten behoeve van de Orange Crop ESM met de benodigde antennes onder de staart.
Er werden 23 stuks afgeleverd tussen 1982 en 1985. Verder werden 53 HAS. 2 opgewaardeerd . Zeven aangepaste toestellen met een beveiligd radiosysteem werden afgeleverd als HAS.3S. Later werden de toestellen nog aangepast en voorzien van onder meer GPS systemen, FLIR en een chaff-flare installatie.

Export-varianten van de HAS.3

Westland Lynx Mark 4 (FN):
Frankrijk schafte 14 "Lynx Mark 4 (FN)" aan met de verbeterde motoren en overbrenging van de Lynx HAS.3 maar met de zelfde avionica als de oudere machine van de Aeronavale.
Westland Lynx Mk. 80:
voor Argentinië, maar ten gevolge van de Falkland oorlog nooit afgeleverd. Deze toestellen werden aangepast aan de Deense specificaties.
De Deense Lynxen waren onbewapend, wel voorzien van Seapray radar, de start kon niet worden gevouwen. Als motoren waren de RR GEM 2 mark 1001 van 670 kW elk geïnstalleerd, later werden deze vervangen door de krachtiger RR GEM 42-1 mark 204, zoals die al op de Mk. 90 waren geïnstalleerd. Ook werd de overbrenging aangepast.
Begin jaren 90 werden de toestellen opgewaardeerd en voorzien van GPS, een datalink, Orange Reaper RWR, Racal Kestrel ESM en FLIR. Deze werden aangeduid als Lynx Westland Mark 80A resp. Mark 90A. Later volgde nog een tweede upgrade naar Super Lynx, de toestellen werden vervolgens aangeduid als Lynx Mk. 90B.
Westland Lynx Mk. 81:
Begin jaren tachtig werd door de Nederlandse MLD nog een achttal Lynx Mark 81s, aangeduid als SH-14C aangeschaft. Deze toestellen waren uitgerust met RR GEM 41 motoren en verbeterde overbrenging. Verder was een gesleepte AN/ASQ-81 MAD aangebracht.
Westland Lynx Mk. 88:
De Duitse marine schafte begin jaren 80 19 Lynx mark 88’s aan. Deze waren praktisch gelijk aan de HAS.3, behalve dan dat de start niet kon worden gevouwen en ook ontbrak de Bendix AN/ASQ-18(v) dipping sonar. Later werden de toestellen opgewaardeerd tot Super Lynx standaard.
Westland Lynx Mk. 89:
Nigeria schafte drie stuks van het type Lynx Mark 89 aan, uitgerust met RRGEM 43-1 Mark 1020 motoren van elk 847 kW (1,135 SHP) en digitale aansturing van de brandstofvoorziening, Bendix Primus 500 radar en een opvouwbare staart.

LYNX HMA.8

Parallel met de Lynx 3 werd ook een marine variant van dit type ontwikkeld. Daar er geen orders voor dit type kwamen werd de ontwikkeling uiteindelijk gestopt.
Wel werd een derde Lynx generatie opgezet onder de aanduiding Lynx HMA 8, die een aantal onderdelen van de Lynx 3 herbergde.
De Lynx HMA 8 was in zekere zin een marineversie van de AH.7 en had ook de Rolls Royce GEM 42 series 200 motoren van 686 kW, BERP-rotorbladen, en de grotere staartrotor van composiet.
De HMA 8 had een behuizing onder de neus voor de Seaspray Mak 3 radar, al werd om financiële redenen de ouder Seaspray Mk 1 radar toegepast in dezelfde behuizing. Daarnaast was nog een turret onder de neus aangebracht voor de Sea Owl electro-optische “passive Identification Device” (PID). Ook werden nog andere verbeteringen doorgevoerd.

Uiteindelijk werden geen nieuwe HMA 8 gebouwd, maar werden de bestaande (HMA.3) machines geconverteerd naar de nieuwe standaard.

 

 

Technische gegevens Westland Lynx Mk. 25 (UH-14 A)
Afmetingen:
Lengte met rotor 12 m Rotordiameter: 12,8 m
Hoogte: 3,6 m Staartrotor - m
Gewichten:
Leeg gewicht: - kg Max. startgewicht: - kg
Prestaties:
Max. snelheid   320 km/u Kruissnelheid: 230 km/u
Vliegbereik: 590 km Plafond: - m
Overigen:
motor type: Twee Rolls Royce GEM 42 van 500 kW elk
Bemanning: Drie man.
Bewapening:  

 

Technische gegevens Westland Lynx Mk. 27 (SH-14B)
Afmetingen:
Lengte met rotor 12 m Rotordiameter: 12,8 m
Hoogte: 3,6 m Staartrotor - m
Gewichten:
Leeg gewicht: - kg Max. startgewicht: - kg
Prestaties:
Max. snelheid   320 km/u Kruissnelheid: 230 km/u
Vliegbereik: 590 km Plafond: - m
Overigen:
motor type: Twee Rolls Royce GEM FR4RR van 1120 pk elk
Bemanning: Drie man.
Bewapening:  

 

Technische gegevens Westland Lynx Mk. 81 (SH-14C)
Afmetingen:
Lengte met rotor 12 m Rotordiameter: 12,8 m
Hoogte: 3,6 m Staartrotor - m
Gewichten:
Leeg gewicht: - kg Max. startgewicht: - kg
Prestaties:
Max. snelheid   320 km/u Kruissnelheid: 230 km/u
Vliegbereik: 590 km Plafond: - m
Overigen:
motor type: Twee Rolls Royce GEM FR4Rr van 1120 pk elk
Bemanning: Drie man.
Bewapening:  

 

Technische gegevens Westland Lynx SH-14D
Afmetingen::
Lengte met rotor 12 m Rotordiameter: 12,8 m
Hoogte: 3,6 m Staartrotor - m
Gewichten:
Leeg gewicht: - kg Max. startgewicht: - kg
Prestaties:
Max. snelheid   320 km/u Kruissnelheid: 230 km/u
Vliegbereik: 590 km Plafond: - m
Overigen:
Motor type: Twee Rolls Royce GEM FR4Rr van 1120 pk elk
Bemanning: Drie man.
Bewapening: 2 torpedo's, 1 machinegeweer 7,62 mm, Dipping-sonar, radar en FLIR (Forward Looking Infra-Red)

 


In 1977 kwam de eerste Westland Lynx in Nederlandse dienst.
Het toestel moest de Agusta-Bell 204 (I)UH-1 opvolgen en was van de lichtere “Wal”-versie, de UH-14A, waarvan er zes werden aangeschaft en was uitgerust met radar en kon ook torpedo’s meevoeren. Voornaamste taak van dit type was opleiding en daarnaast transport en OSRD opdrachten.

N84 03 18

Westland UH-14A Lynx 265 tijdens reddingsdemonstratie op Open Dag Luchtmacht, september 1984 op vliegbasis Soesterberg.

De eerste toestellen werden aanvankelijk ingedeeld bij het in september 1976 opgerichte Britse 700 squadron gebaseerd op RNAS Yeovilton. Dit squadron had een evaluatietaak. Er werden uiteindelijk 39 MLDers opgeleid en twee MLD-machines ingedeeld, de 260 en 261.
In mei 1977 werd de Nederlandse inbreng beëindigd en werden de twee toestellen overgebracht naar De Kooy. Het squadron werd in december van datzelfde jaar ontbonden.
De UH-14A werd ingedeeld bij VSQ 7 op marinevliegkamp De Kooy bij Den Helder en doet dienst als transporthelikopter, OSRD en ook voor opleiding van vliegers.

In 1979 kwam de eerste onderzeebootbestrijder in dienst, Lynx Mk.27, MLD-aanduiding SH-14B. Deze, zwaardere uitvoering was voorzien van actieve Alcatal DUAV-4A sonar installatie en was (toen als enige helikopter) geschikt voor “single pilot operations”. Lynx is namelijk uitgerust met AFCS (= Automatic Flight Control System). Dit stabilisatiesysteem handhaaft de ingestelde hoogte als automatische ondersteuning van de piloot en is vooral erg nuttig gebleken bij SONAR-operaties.
Het AFCS wordt ondersteund door de Doppler-radar voor de horizontale positionering. Een nadeel van Doppler is dat het niet werkt bij een gladde zee.

N86 02 18

Westland UH-14A Lynx 268 op de Static Show tijdens Open Dag Luchtmacht, juli 1986 op vliegbasis Eindhoven.

Dit is de reden dat de PHALANX-uitvoering werd uitgerust met GPS.
De SH-14B, waarvan er tien werden besteld en ingedeel bij VSQ 860, werd bestemd als boordhelikopter voor de nieuwe S-fregatten en volgde de Westland UH-12 Wasp boordhelikopters op.
De sonar was onder de romp aangebracht. Een groot verschil was verder de zwaardere motor en de zwaarder uitgevoerd transmissie. Ook was het onderstel zwaarder uitgevoerd.

Later kwamen nog acht stuks Mk.81, MLD-aanduiding SH-14C, uitgerust met een Texas Instruments AN/ASQ-81(V)2 MAD systeem, in dienst. Deze had.d.en weer andere motoren dan de beide voorgaande versies. De MAD-installatie werd aan de de rechtersponson bevestigd.
Dit Magnetic Anomaly Detection system kan duikboten opsporen door middel van verstoringen in het aardmagnetisch veld. De Lockheed Orions waren ook uitgerust met dit systeem.
Omdat het nodig is dat min of meer recht boven de onderzeeër moet worden gevlogen om deze te detecteren, moet deze eigenlijk al tevoren worden opgespoord. De marine had in gedachten om dit met passieve sonoboeien te doen of door de SH-14B en de SH-14C in paren op te laten treden.
Hiervoor zou aanvankelijk een vierde type van de Lynx worden aangeschaft, maar door de voortschrijdende aanvalstechniek van de duikboten, die raketten van grotere afstand konden afvuren, is het daar niet meer van gekomen. De Lynx had verder een te beperkt vliegbereik en omdat het systeem in de praktijk niet bleek te voldoen, werd medio jaren tachtig de MAD installatie verwijderd.
Vijf SH-14C’s kregen voorzieningen voor de inbouw van een sonar-installatie zoals bij de SH-14B.

Alle drie de typen konden worden uitgerust met een hoist, bij de UH-14A zat deze aan de achterzijde van de deuropening, bij de beide andere typen aan de voorzijde.
Voor de veiligheid waren de toestellen uitgerust met een tweetal floatation gears die aan de beide sponsons waren bevestigd.

In mei 1979 werd voor test-doeleinden het zogenaamde BET (BoordLynx Evaluatie en Testgroep) opgericht. Dit team had als doel om alle limieten van de Lynx bij gebruik als boordhelikopter vast te stellen. In mei 1980 maakte de eerste Lynx SH-14B een deklanding op een Nederlands marinefregat.

Technische problemen.

De Lynx is ontworpen als een zeer wendbare en ook snelle helikopter. Deze wendbaarheid was nodig om de luchtafweer goed te kunnen ontwijken en voor de manoeuvres tussen vaak heen en weer zwaaiende schepen. Het rotorsysteem is daartoe star uitgevoerd.
Een groot nadeel is dat trillingen aan de rest van het toestel worden doorgegeven, waardoor dit voor de elektronische apparatuur nogal eens problemen opleverde. Aanvankelijk werd deze elektronica dan vervangen, maar na enige tijd kwam goede apparatuur beschikbaar om de rotorbladen goed te balanceren en werd zo het probleem van de trillingen verholpen

Een ander probleem was van logistieke en onderhoudstechnische aard en was een direct gevolg van verschillende gebruikte uitvoeringen en met name de toegepaste verschillende typen motoren.
Verder bleken in de praktijk grote verschillen in vlieguren per type te ontstaan. De UH-14A, met transport- en opleidingstaak maakt erg veel uren, terwijl dat in veel mindere mate het geval was met de SH-14B/C modellen.

D1992128

Een Westland SH-14C, 279 met 'toned down'opschriften, gefotografeerd tijdens Airshow MLD 75 jaar, juni 1992 op vliegkamp Valkenburg.

D1992043

Een Westland Lynx met jubileum kenmerken, gefotografeerd tijdens Airshow MLD 75 jaar, juni 1992 op vliegkamp Valkenburg.

 

Detacheringen.

In 2000 werden twee toestellen, de 278 en 264 voorbereid ten behoeve van VN-missie naar Eritrea..
Ze kregen een lichte pantsering en UN-kenmerken. Ze waren tussen november 2000 en juni 2001 in Eritrea. Ze waren niet voorzien van een VN-serienummer.

In 2003 werden nogmaals twee toestellen uitgezonden, ditmaal gingen de 277 en 276 in november 2003 naar Liberia. Later werd de 270 als vervanger van één van beide toestellen gestuurd. In April 2004 keerden de toestellen weer terug.
Ze had.d.en een UN-serienummer toegewezen gekregen, de 277 was 151 en 276 de 152.
Op de staart was de VN-vlag aangebracht, het UN-serienummer met de tekst UNITED NATIONS op een wit vlak op de staart boom en verder, vlak voor de rozet de letters UN op een groot vierkant wit vlak.

Modificaties.

In de ruim dertig jaar dat de Westland Lynx in Nederlandse dienst is zijn er verschillende modificaties uitgevoerd.
De SH-14B/C had.d.en aanvankelijk een kleinere VHF/UHF antenne onder de staart, later waren ze uitgerust met de grotere antenne zoals de UH-14A ook al had.

PHALANX

In de zomer van 1990 brak de (eerste) Golf-oorlog uit. Nederland zond ter ondersteuning een aantal marineschepen met Lynx helikopters.
De fregatten Hr. MS Pieter Floris, met twee Lynx helikopters, de 268 en 283 aan boord en de Hr MS Witte de With , een luchtverdedigingsfregat
Het aan boord brengen van mariniers met behulp van de lier bleek een tijdrovende en lastige klus. Na enige tijd werd dan ook het door de Engelsen gebruikte “fast-rope”systeem getest en later in gebruik genomen.
Een probleem vormde ook de hitte van zo’n 38 °C, waardoor de motoren ruim 20% minder vermogen leverden.
Op basis van de ervaringen werden twee andere toestellen, de 274 en 280 aangepast en geschikt gemaakt voor Anti Surface Warfare. Deze toestellen gingen aan boord van de Hr MS Philips van Almonde medio november 1991 naar de Golf.
Zo werd een GPS (Trimpock .13210-0). aangebracht, herkenbaar aan de witte antennedop halverwege de staart en een FLIR System Model 2000A onder de linker deuropening aangebracht en een Dalma Victor AN/APR-39 RWR (Radar Warning Receiver) (zichtbaar aan de antenne op de neus en aan de antenne in het witte gedeelte van de romprozet).
Verder werd een opstelling met een MAG 7.62 mm mitrailleur in de rechter-deuropening aangebracht.
Voor landing van mariniers werd een Fast rope gemonteerd.
Later werd ook nog een Ferranti AWAR-3 op de machines aangebracht.
Andere toestellen kregen daarnaast ook nog een Chaff- en Flare dispenser M130 onder de staart gemonteerd; onder andere de SH-14B 268.

STAMOL (Standaardisatie en Modernisering Lynx).

De problemen met vlieguren en onderhoud bleken dermate groot, dat werd besloten om de Lynx op te waarderen tot één standaardtype: het zogenaamde STAMOL-project. Dit project liep van 1991 tot 1993.
Vanaf 1994 weden de rotorbladen vervangen door de eerder genoemde BERP-bladen.

De eerste stap was de standaardisatie van de motoren en er werden Rolls-Royce GEM 42 turbines ingebouwd.
Zestien toestellen werden uitgerust met de Alcatel Dipping Sonar, de overige zes toestellen kregen slechts de voorzieningen ingebouwd.
Verder werd een UHF radio-installatie aangebracht, RWR, FLIR Systems Inc 2000HP FLIR, Trimble Type 2200 GPS en een nieuwe radar hoogtemeter.
Verder werden geen wijzigingen aangebracht zoals bijvoorbeeld bij de Engelse Lynx HMA.8, de MLD-toestellen hield bijvoorbeeld de originele staartrotor.

De Lynx van de MLD werd medio jaren negentig voorzien van kunststof hoofdrotorbladen, de zogenaamde "CMRB" = Composite Main Rotor Blades.
Westland stopte met de productie van de originele, metalen bladen en leverde alleen nog de kunststof bladen. Deze bladen, "BERP" ontwerp (BERP = British Experimental Rotor Programme), onder meer herkenbaar aan het verbrede, enigszins gebogen uiteinde.
Bij toepassing van deze bladen werd door Westland voorgeschreven om het horizontaal staartvlak te modificeren. Er werd circa 45 cm afgehaald en de achterrand werd voorzien van een opstaande rand, "Gurney-flap", van circa 2 cm hoog.

IMG 0098

Een Westland SH-14D, 264 van de MLD gefotografeerd tijdens een Open Dag Luchtmacht, juni 2007 op vliegbasis Volkel.

N03 02 03

Een Westland SH-14D, 271 van de MLD gefotografeerd tijdens een Open Dag Luchtmacht, juni 2003 op vliegbasis Twenthe.

IMG 1171 V2

Een Westland SH-14D, 265 van de MLD gefotografeerd, september 2007 op marine vliegkamp De Kooy.

IMG 1191

Een Westland SH-14D, 265 van de MLD gefotografeerd, september 2007 op marine vliegkamp De Kooy.

 

IMG 1330

De aangepaste staart van een Westland SH-14D van de MLD gefotografeerd, september 2007 op marine vliegkamp De Kooy.

 

MidLife Modernisation (MLM).

Enkele jaren geleden was één van de toestellen aan zijn technisch berekende levensduur van 7000 vlieguren.
Het toestel, de 270, werd buiten dienst gesteld en ging naar Westland voor inspectie.
De constructie bleek nog in goede staat te zijn en het toestel onderging groot onderhoud zodat het nog 1000 uur mee kon.
Later hebben nog een zestal Lynxen en mogelijk meer kisten een dergelijk MLM ondergaan, vooral omdat de levering van de opvolger van de Lynx, de NH-90 flink vertraging heeft opgelopen.

Op moment van schrijven is de planning dat in 2010 de levering daadwerkelijk op gang komt.

Medio 2008 is het Defensie Helikopter Commando opgericht waarin alle helikopters van Defensie zijn ondergebracht, dus onderdeel van de Koninklijke Luchtmacht, deze heeft nu ook de Westland Lynx als uitrusting. De Marine Luchtvaart Dienst is toen in feite opgeheven.

Op 11 september 2012 is de Westland Lynx definitief buiten dienst gesteld, zie onder andere Afscheid Lynx op Facebook en Lynx in Nederlandse dienst

 


Registratie
Registratie
Engelse registratie
Engelse registratie
Constr. nr.
Constr. nr.
Datum in dienst
Datum in dienst
Datum uit dienst
Datum uit dienst
Opmerkingen
Opmerkingen
Westland Lynx Mk.25 (UH-14A); In gebruik bij vliegtuigsquadron 7
260 WA003 G-17-1 14-11-1976 2012 Verbouwd tot SH-14D, d.d. mei 1995; Poortwachter De Kooy
261 WA007   16-12-1976 12-09-2012 Verbouwd tot SH-14D, d.d. februari 1995
262 WA018   01-07-1977   Verbouwd tot SH-14D, d.d. mei 1995
263 WA020 G-17-2 24-08-1977 01-04-1982 Verongelukt tijdens avondvlucht i.v.m. reddingsinstructie boven water.
Rond 22.00 u was het contact het het toestel verloren. De volgende dag werd het oostelijk van Texel gevonden.
264 WA022 G-17-3 22-09-1977   Verbouwd tot SH-14D, d.d. december 1993; Naar TU Delft
265 WA023 G-17-4 04-11-1977 2011 Verbouwd tot SH-14D, d.d. mei 1995; In opslag De Kooy
Westland Lynx Mk.27 (SH-14B); In gebruik bij vliegtuigsquadron 860
266 WA076 G-17-20 12-09-1979   Verbouwd tot SH-14D, d.d. juli 1993
267 WA086   04-12-1979   Verbouwd tot SH-14D, d.d. mei 1995
268 WA105 G-17-20 21-09-1979   Verbouwd tot SH-14D, d.d. juni 1993
269 WA108 G-17-5 06-11-1979   Verbouwd tot SH-14D, d.d. mei 1995
270 WA112   30-11-1979 15-12-2006 Verbouwd tot SH-14D, d.d. mei 1995; Buiten dienst gesteld en opgeslagen
271 WA118 G-17-22 11-12-1979   Verbouwd tot SH-14D, d.d. februari 1995
272 WA124 G-17-23 30-01-1980   Verbouwd tot SH-14D, d.d. mei 1995
273 WA130 G-17-20 05-02-1980 12-09-2012 Verbouwd tot SH-14D, d.d. november 1993.
Naar Aviation Competence Centre te Maastricht-Aachen Airport, onderdeel van Leeuwenborgh opleidingen.

274 WA137   05-05-1980   Verbouwd tot SH-14D, d.d. februari 1995
275 WA143   01-01-1979 31-03-1982 Verongelukt
Westland Lynx Mk.81 (SH-14C); In gebruik bij vliegtuigsquadron 860
276 WA174 G-17-25 10-10-1980 15-12-2006 Verbouwd tot SH-14D, d.d. januari 1995. Buiten dienst gesteld en opgeslagen
277 WA194 G-17-26 31-10-1980 03-2011 Verbouwd tot SH-14D, d.d. oktober 1993
Bij een evacuatiepoging te Libië op het strand van Sirte achtergelaten in maart 2011. [en is toen feitelijk afgeschreven]
In 2012 weer geretourneerd.
278 WA197 G-17-27 31-10-1980   Verbouwd tot SH-14D, d.d. november 993
279 WA198 G-17-28 08-01-1981   Verbouwd tot SH-14D, d.d. mei 1995
280 WA206 G-17-29 03-06-1981   Verbouwd tot SH-14D, d.d. mei 1995
281 WA211 G-17-30 12-03-1981   Verbouwd tot SH-14D, d.d. mei 1995
282 WA215 G-17-31 09-04-1981 10-11-1998 Verongelukt
283 WA219 G-17-32 09-04-1981 12-09-2012 Verbouwd tot SH-14D, d.d. januari 1995

 

Per september 2012 is de Lynx definitief buiten dienst gesteld.


Schaal 1/72

Bouwpakketten

  • Airfix
    • Kit 03054: Een model van een Westland Navy Lynx.
    • Kit 03025: Westland Lynx AH1.
    • Kit 03063: Een model van de Westland Navy Lynx Mk 8 [zelfde kit als hierboven, maar met extra toevoegingen.)
      • De website van IPMS Nederland bevat een review van het Airfix model van de Lynx Mk.8.

      De deurrails zijn veel te groot en moeten veel kleiner worden gemaakt. Het beste kun je dit doen door een en ander te vergelijken met fotomateriaal.
      Verder is het voorste raam te klein en moet worden vervangen door een groter exemplaar.
      Ook moet een en ander rond de uitlaten gecorrigeerd worden. De pijpen steken te ver uit en verder is de vorm van de romp ter plaatse niet helemaal juist.
      Zie de bijgaande foto’s van het model en van een SH-14D.
      Midden tussen de uitlaten zit nog een rechthoekige uitlaat, deze ontbreekt op de Airfix kit.
      Verder is het verticale staart gedeelte niet juist van vorm, met name de voorzijde is te gebogen van vorm en begint ook te hoog. Deze is (op schaal 1/72) 4 mm breed, 1,5 mm hoog en crica 3 mm diep. (Vergelijk dit met de foto’s en de tekeningen).
      Ten slotte zijn de inlaten van de MLD-machines afgedekt met een rooster, die niet bij de kit is meegeleverd.

  • Fujimi
    • Kit 635105 / 30137 / V-3: Westland Navy Lynx; dit model is ook met andere doos-aanduidingen uitgebracht.

      De Fujimi kit is op enkele punten beter dan de Airfix. Voor ten aanzien van de deurrails en het voorste raam.
      Helaas is dit model ter plaatse van de motoruitlaten niet juist, maar loopt vrij vlak (van links naar rechts gezien, terwijl dit in werkelijkheid veel meer welvingen heeft. Dit is mijns inziens vrij lastig te corrigeren.
      De uitlaten zijn vrij pover; de inlaten zijn daarentegen weer redelijk goed weergegeven (voor een MLD-machine), zij het dat deze zijn mee gegoten met de romp.
      Het verticale deel van de staart is wat juister weergegeven, al is het deel waar de staartrotor aan is bevestigd wat aan de kleine kant.

  • HobbyBoss
    • Kit 87236: Westland Lynx HAS2 (Royal Navy. Aeronavale, Kon Marine)Westland Navy Lynx
    • Kit 87237: Westland Lynx HAS3 (Royal Navy)
    • Kit 87238: Westland Lynx HMA8 (Royal Navy) "Super Lynx"
    • Kit 87239: Westland Lynx MK88 (German Navy (Bundesmarine)
    • Kit 87240: Westland Lynx MK90 (Danish and Portugese Navy)

      Dit zijn verschillende uitvoeringen van hetzelfde basismodel. De eerste indrukken en previews zijn lovend. (zie o.a. www.hobbyboss.com en www.scale-rotors.com voor een preview).

      De eerste berichten over de HobbyBoss Westland Lynx, zijn lovend; een blik op de previews laat zien dat onder meer het gedeelte rond de uitlaten beter lijkt te zijn dan bij de Airfix Lynx het geval is en ook het voorste raam lijkt de juiste afmetingen te hebben. Verder hebben de modellen een derde stoel.

  • Master Craft
    • Kit d-01: Westland Lynx MK1 (Army)
  • Plastyk: Verschillende varianten van de Lynx. Op www.helikitnews.com staat een verwijzing naar allerlei kritieken op hun forum.
    • Kit S-014: Westland Lynx HAS MK2/HAS MK22 (Kon. Marine, Royal Navy)
    • Kit S-018: Westland Lynx HMA-8 (Royal Navy)
    • Kit S-019: Westland Lynx AH MK7
    • Kit S-020: Westland Lynx AH MK1
    • Kit S-021: Westland Lynx MK1 Anti-Terrorism
Westland UH14A Lynx-IMG 8702
Een gebouwd Airfix-model van de Westland UH-14A Lynx gebouwd aan het begin van de jaren tachtig.
De gebruikte Nederlandse decals zaten indertijd bij de kit; ik heb onder ander de lier en nog wat details aan het interieur toegevoegd.
Westland UH14A Lynx-IMG 8702

 

Verder zijn er nog Lynx modellen van Matchbox, in feit een model van het prototype, Frog en van Revell (een enigszins aangepaste Matchbox-Lynx) verkrijgbaar geweest. Deze zijn van beduidend mindere kwaliteit dan de eerste genoemde modellen.

Alle modellen zijn min of meer direct te gebruiken voor een UH-14A, hier en daar moeten wel wat antennes worden aangebracht.

Voor de SH14B moet de sonar worden aangebracht, ik heb deze (nog) niet gebouwd, maar zie de tekeningen voor informatie over locatie en afmetingen Hiervoor is een gat in de onderzijde van de romp gemaakt en een bijbehorende fairing aangebracht. Zie de tekeningen (en foto’s) voor maten en vorm.
De operator zit in een stoel aan de bakboordzijde met voor hem/haar de bediening en instrumenten paneel. Zie bijgaande foto’s.
Wanneer de sonar niet is ingebouwd is het gat afgedekt met een plaat. Stoel en instrumenten zijn dan ook uitgebouwd.
Verder heeft de SH-14B vooraan ter hoogte van de cockpit aan de rechterzijde een antenne.

Voor de SH-14C in zijn oorspronkelijke uitvoering, dus met MAD, dient een MAD-installatie te worden gefabriceerd, zie ook hiervoor de bijgaande tekeningen.
Deze zat bevestigd aan de bakboord-sponson (rechterzijde).
De operator zat op dezelfde positie als de sonaroperator en ook de apparatuur zat op de zelfde plaats in de cabine. [Op moment van schrijven heb ik nog geen foto-materiaal van de MAD-installatie kunnen bemachtigen, in MIP nr 4, 1984 staan een tweetal foto’s van deze installatie]

De SH-14D is min of meer gebaseerd op de SH-14B en de ervaringen met de PHALANX-uitvoering.
Het meest in het oog springend zijn de sedert medio jaren negentig toegepaste BERP-bladen.
Deze zitten bij de Mk.8 uitgave van de Airfix Lynx en ook bij de HobbyBoss Lynx.
Verder dient de sonarinstallatie te worden aangebracht, bij de Airfix dient dan ook nog een extra stoel voor de sonaroperator geplaatst te worden in de cabine.
Verder moeten er allerlei extra’s worden gefabriceerd, zoals de extra floats, de antenne die ook op de SH14B vooraan op de romp zat, de CHAFF- en FLARE-installatie, de GPS-antenne op de staart, een kleinere antenne op de neus en een zelfde exemplaar op de staart, verder dient de linker bladantenne op de neus achterwege te worden gelaten.

Wanneer een toestel met BERP-rotor wordt gebouwd, dan moet ook de horizontale staart ingekort worden. Er werd circa 454 mm (= 6,3 mm in schaal 1/72) verwijderd en een opstaande rand van circa 2 cm (= 0,4 mm in schaal 1/72, dat kan bv met een stripje Evergreen 0,25 x 0,5 mm) aan de achterrand worden bevestigd

De MLD heeft de originele staartrotor gehandhaafd, deze zit in ieder geval nog bij Airfix Mk.8 kit.

 

Westland UH 14A Lynx AKleijn
Een model van een Westland AH-14A Lynx, gebruikte kit is die van Revell gebouwd door Adri Kleijn.
Westland UH 14D Lynx AKleijn
Een model van een Westland AH-14D Lynx, gebruikte kit is die van Airfix, gebouwd door Adri Kleijn.
Westland_UH-14B_Lynx_75_jaar_MLD_AKleijn
AEen model van een Westland SH-14D Lynx gebouwd door Adri Kleijn.
Westland_UH-14D_Lynx_Last_flight_AKleijn
Een model van een Westland SH-14D Lynx gebouwd door Adri Kleijn.

 

 

Modelling add-on

  • Airwaves
    • Set AC72-222: Royal navy Lynx Mk8 Set
    • Set AEC7268: Interior set for Lynx HAS.3
    • Set SC72114: BERP rotor blades Westland Lynx
    • Set AC72-106: Westland Lynx Gulf Conversion (for Airfix HAS5)
  • Set SC72107: Westland Lynx HMA8 Conversion (Airfix HAS5)
  • Set SC7296: Westland Lynx Weapon Set
  • Pavla
    • Set U72107: Westland Lynx HAS2 Undercarriage (Hobby Boss)
    • Set U72108: Westland Lynx HAS2FN France Undercarriage (Hobby Boss)
    • Set U72109: Westland Lynx HAS2 Late type Undercarriage (Hobby Boss)
    • Set U72110: Westland Lynx BERP Rotor Blades (Hobby Boss)
    • Set s72052: Westland Lynx seats (3) (Hobby Boss)
    • Set s72053: Westland Lynx seats - Export (3) (Hobby Boss)
    • Set C72084: Westland Lynx HAS2 cockpit detail set (Hobby Boss)
    Voor een korte review zie www.internetmodeler.com
  • Duarte models
    • Set A7208: Westland Super Lynx conversion

Decals

  • Dutch Decal
    • Set 72074: Decals voor onder andere Westland Lynx MLD en voor verschillende toestelen 32 TFS.

Schaal 1/48

Bouwpakketten

  • Airfix
    • Kit 50112:Westland Lynx HMA 8.
  • Belcher Bits
    • Kit xx:Voor de bouwers in schaal 1/48 is er een model van Belcher Bits, uitgegeven in 2002, een review op www.aircraftresourcecenter.com meldt dat het een erg goed model is, met heel veel mogelijkheden.

Modelling add-on

  • Eduard
    • Set E49-629: Detailset Westland Lynx AH7 seatbelts (Airfix)
    • Set BIG4985: Detailset Westland Lynx HMA8
    • Set FE628: Detailset Westland Lynx AH7 Interior Self Adhesive (Airfix)
    • Set E49-628: Detailset Westland Lynx AH7 Interior Self adhesive (Airfix)
    • Set E48-759: Detailset Westland Lynx AH7 Exterior (Airfix)
    • Set FE625: Detailset Westland Lynx MK88 Interior Self Adhesive (Airfix)
    • Set E49-625: Detailset Westland Lynx MK88 Interior Self Adhesive (Airfix)
    • Set E49-624: Detailset Westland Lynx MK88 Seatbelts (Airfix)
    • Set E48-752: Detailset Westland Lynx MK88 Exterior (Airfix)
    • Set E49-623: Detailset Westland Lynx HMA8 Seatbelts Self Adhesive (Airfix)
    • Set E49-613: Detailset Westland Lynx HMA8 Interior Self Adhesive (Airfix)
  • Rotorcraft
    • Set 48006: Westland Lynx HAS3 Gulf Killer conversion set (Airfix)
    • Set 48005: Westland Lynx HAS2/3 conversion set (Airfix) Also for Dutch Variant
    • Set 48002: Westland Lynx AH1 conversion set (Airfix)
    • Set 48003: Westland Lynx HAS2/3 conversion set (Airfix) Also for Dutch Variant
    • Set 48004: Westland Lynx HMA8 stub wing replacement for current Lynx (Airfix)

Decals

  • Dutch Decal
    • Set 48048: Decals voor Westland Lynx (UH14A-SH14D) Marine Luchtvaart Dienst.

 


Bij aflevering waren de toestellen in de gebruikelijk kleuren Extra Dark Sea Grey aan de bovenzijde en Sky aan de onderzijde.
Begin jaren tachtig was er over de kleur Extra Dark Sea Grey ook al een discussie.
In de MIP nr 1 van 1984 werd gesteld dat dit Humbrol Authentic Color HB-7, zou zijn. Dit heb ik toen ook op mijn eerste (en tot nu toe enige) Lynx gesmeerd.
Toentertijd liep ik stage bij de NAM aardgas-behandelingsinstallatie in Den Helder, die recht tegen over De Kooy ligt. Ik zag de Lynx dagelijks over mijn werkplek vliegen en zag toen meteen dat HB-7 veel te licht en te grijs was.
De toestellen waren veel donkerder en had.d.en een soort blauwzweem over het gebruikte grijs.
Onze collega-modelbouwers van de NVM had.d.en toen een soortgelijke discussie met betrekking tot de kleuren van de toen nieuwe Orion en een marineman was toen aan het vergelijken geslagen van de werkelijke kleur met verschillende Humbrolkleuren. De conclusie was dat Humbrol HF-5, Gris Blue Clair Foncé, de werkelijkheid het beste benaderde.

Dit heb ik indertijd op mijn Lynx gesmeerd en ik vond het resultaat veel realistischer.
De Authentic-serie is echter al jaren niet meer verkrijgbaar; volgens Humbrol is Humbrol 79, matt Blue Gray, gelijk aan HF-5. Wel wordt door afwerking met afdeklak de kleur nog wat donkerder, desgewenst kan wat wit toegevoegd worden om een en ander wat lichter van tint te maken en dan speelt ook nog het schaal-effect een rol waarbij de kleur eigenlijk ook met een bepaalde mengverhouding (afhankelijk van de schaal) lichter gemaakt dient te worden (al heb ik me daar eerlijk gezegd nooit zo druk om gemaakt).
Zie de bijgaande foto van mijn Airfix-model van de Lynx, de hoist heb ik zelf gefabriceerd, plus een brancard en nog wat kisten in het inwendige van de cabine.
De rotorkop is eveneens grijs. De hoofd- en staartrotor zijn olijfgroen, (BS831C 641 = Sikkens 46056) de tips van de (oorspronkelijke) hoofdrotorbladen zijn geel en verder waren er twee paar gele strepen aangebracht. De staartrotor is voorzien van een rode tip, dan een wit vlak en een rood vlak (zie de tekening voor details).
De BERP-bladen hebben een donker grijsgroene kleur, ik heb hier helaas geen gegevens van, maar ik zou ze zelf in dezelfde kleur als de oorspronkelijke bladen verven,
Tegenwoordig heeft de SH-14D, naar mijn idee althans, veel minder de eerder genoemde blauwzweem en maken de toestellen een duidelijk grijze indruk.

De stoelen zijn grijs met oranje (rug)kussens, blauwe riemen en (vaak) een gele vacht op de zitting. De bucket-seat heeft een grijs frame met blauwe zitting, rugleuning en riem. Het frame van de sonar installatie is eveneens lichtgrijs van kleur.

Volgens Camouflage en kentekens zijn de toe te passen modelbouwkleuren als volgt:.

SchemaKleurnaamFS-nummerBS-nummerHumbrolXtraColorVallejo ModelColorVallejo ModelAirHataka
Standaard #1Bovenzijde Extra Dark Sea Grey ~6099 BS:640 123 / 106 X-5 / X-376 70.866 71.110 ~140
Onderzijde Sky - BS:210 90 X004 / X130 - 71.302 ~026
Rotorbladen Dark green - BS:641 163 X001 70892 71.013 ~143

Voor een uitgebreide conversietabel met zeer veel kleur- en verfsystemen, zie www.paint4models.com

De stoelen zijn grijs met oranje (rug)kussens, blauwe riemen en (vaak) een gele vacht op de zitting. De bucket-seat heeft een grijs frame met blauwe zitting, rugleuning en riem.

Registraties

Aanvankelijk was de registratie in grote witte letters op de deur aangebracht en, samen met de typeaanduiding op de staart, zie de tekening van de UH-14A.
Gedurende de tweede helft van de jaren tachtig werd een wijziging doorgevoerd waarbij de registratie niet meer op de deur was aangebracht maar op de romp, net voor de deur, zie de tekening van de SH-14B.
Eind jaren tachtig werd een tweede wijziging doorgevoerd, de rozet werd kleiner (ongeveer tweederde van de oorspronkelijke grootte), de typeaanduiding en de registratie werd naast de rozet aangebracht en de registratie op het voorste gedeelte van de romp werd verkleind  en bovendien beperkt tot de laatste twee cijfers van de (driecijferige) registratie, zie de tekening van de SH-14C en SH-14D. Ook verdween de registratie van het horizontale staartvlak. Verder werd de aanduiding Kon. Marine op de staart vervangen door Koninklijke Marine.
Bij veel toestellen was de typeaanduiding en registratie naast de rozet aanvankelijk in zwart uitgevoerd, maar dat leverde problemen op met onder meer de leesbaarheid op de platformen, zodat dit al snel weer werd gewijzigd in wit.

Staartcodes

Tot begin jaren negentig voerden de Lynx-helikopters een witte code op de staart. Deze varieerde en was afhankelijk van waar het betreffende toestel was gestationeerd, bijvoorbeeld K stond voor De Kooy,  KN voor M-fregat Kortenaer.
Verder hadden veel boordhelikopters tot begin jaren negentig een afbeelding op de neus. Deze nose-art waren uitingen van de technische squadrons. Wanneer een helikopter werd overgeplaatst, dan werd de neuscone verwisseld. Later werd dit verboden en verschenen deze afbeeldingen op de schuifdeuren, die ook eenvoudiger verwisseld konden worden. Er zijn in de loop der jaren heel veel van dergelijke “kunst-uitingen” op vooral de boordhelikopters aangebracht. Het voert te ver om deze hier te bespreken, voor degene die iets dergelijks op zijn model wil aanbrengen, is het verzamelen en raadplegen van fotomateriaal een aan te raden bron.

 

Westland Lynx UH14A SMALL
Rotorblad van Westland Lynx.
Westland Lynx UH14A SMALL
Westland UH-14A Lynx.
Westland_Lynx_SH-14B-SMALL
Westland SH-14B Lynx.
Westland lynx SH 14C MAD SMALL
Westland SH-14C Lynx met MAD
Westland lynx SH 14C SMALL
Westland SH-14C Lynx.
Westland lynx SH 14D SMALL
Westland SH-14D Lynx (met BERP rotor-bladen).
Westland Lynx 75jaar MLD SMALL
Westland Lynx in 75 jaar MLD beschildering.
Westland Lynx SH 14D UN SMALL
Westland SH-14D Lynx in UN beschildering.

 

Een mooie foto van een UN Lynx is hier te vinden.

 


Literatuur.

Zestig jaar Marineluchtvaartdienst in Beeld. Hugo Hooftman pag. 154 - 155 1977 Uitgever Europese Bibliotheek, Zaltbommel
Dutch Military Aviation 1945-1978 Paul A. Jackson pag. 111; 119 1978 Uitgever Midland Countries Publications, Leicester
Nederlandse Marinevliegtuigen Thijs Postma & Nico Geldhof Pag. 76 1978 Uitgever Omniboek, 's Gravenhage
AVIA; 41e jaargang nummer 1: De Westland Lynx, van alle markten thuis Bart van der Klaauw pag. 18 - 25 1982 Uitgevers Wyt. Rotterdam
AVIA; 42e jaargang nummer 10: Vliegtuigsquadron 860 anno 1983: 'Never a dull moment" nico Geldhof Pag. 348 - 351 1983 Uitgevers Wyt, Rotterdam
Modelbouw in Plastic jaargang 13, nummer 4: De Marineluchtvaartdienst LYNX. Fred Bachofner Pag. 74 - 81 1984 Uitgever I.P.M.S. Nederland
Luchtvaartwereld; 4e jaargang nummer 7/8: VSQ 7 Nico Geldhof Pag. 203 - 206 1987 Uitgeverij Ten Brink, Meppel
70 Jaar Marine-LuchtvaartDienst Nico Geldhof pag. 159 - 161 1987 Uitgeverij Eisma b.v., Leeuwarden
Luchtvaartwereld; 7e jaargang nummer 6: Lynx-helikopter tegen onderzeeërs. Hans Heerkens pag. 174 - 177 1990 Uitgeverij Ten Brink, Meppel
Luchtvaart; 12e jaargang nummer 9: ingezonden brief   pag. 37 1995 Uitgeverij Ten Brink, Meppel
Luchtvaart; 12e jaargang nummer 9: Groep Helikopters dient de vloot Nico Geldhof pag. 21 - 23 1995 Uitgeverij Ten Brink, Meppel
Camouflage en Kentekens J.Greuter e.a.   1997 Bonneville – Bergen (NH)
85 JAAR Marineluchtvaartdienst in beeld: Van Farman tot NH 90 Helikopter Peter Korbee Pag. 148 - 149; 150 - 151 2002 Uitgever Korbee MLD Promotie, Valkenburg
Marinevliegkamp De Kooy W.F. Visee Pag. 130 - 145    
Full Stop: Westland Lynx; De Kooy T. Bouwmeester e.a. pag. 14 - 30 12-2005  

 

Websites.

 

Met dank aan o.a. Peter Booy, Seraya Prudon, Maarten Schönfeld en J. Schuurman voor allerlei aanvullende informatie.