Nederlandse Modelbouw en Luchtvaartsite

Dutch Modelling and Aviation

In Memoriam

Klaas Willem Jonker
(Wilko)
† 30 april 2018

Op maandag 30 april 2018 is Wilko Jonker na een lang ziekbed overleden op de leeftijd van 58 jaar. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter. De Nederlandse militaire lichtvaart en plastic modelbouw waren zijn hobby en op deze website heeft hij alle kennis die hij in de vele jaren daarover heeft verzameld gedeeld. Zijn hobby heeft hem tot in de laatste week van zijn leven af kunnen leiden van de voortwoekerende ziekte in zijn lijf. De contacten met andere hobbyisten waren een belangrijkste steun voor hem.

Deze website zal door verschillende mensen zo lang mogelijk in stand worden gehouden, zodat andere liefhebbers kunnen blijven profiteren van uitgebreide inhoud.

Noorduyn AT-16 Harvard IIB

Historie

Ontwikkeling.

In 1935 bracht de General Aviation-fabriek, de voorloper van North American, een tweetal ontwerpen uit. Eén ervan was de GA-16, een tweezits laagdekker, met vast onderstel, een toen nog gebruikelijk, romp van linnen en een Wright Whirlwind R-975 stermotor van 400 pk.
Dit toestel, later aangeduid als NA-16 was de oervader van de bekende AT-6 Harvard/Texan. (Zie verder ook het verhaal over de North American NA-16).
In juni 1937 werd opdracht gegeven voor de productie van 58 BC-1’s (NA-36), een wapentrainer. Deze had vele aanpassingen ondergaan ten opzichte van de NA-16, wel bleef de rompconstructie vrijwel ongewijzigd.
Zo was een intrekbaar landingsgestel aanwezig, waardoor een ‘leading edge fairing” nodig was en de centrer-sectie van de vleugel met 30 cm toenam.
De romp bleef ongewijzigd en de uiteindelijke krachtbron was een Pratt & Whitney R-1340-47 Wasp van 550 pk.
Na het invliegen van het eerste toestel, volgde een aanpassing van het verticale staartgedeelte om de richtingstabiliteit te verbeteren.
Het ronde roer werd vervangen door een meer rechte uitvoering. 

Versies

Harvard I
De RAF bestelde in 1938 200 BC-1’s onder de aanduiding NA-49 (NA-16-1E).
Dit toestel werd door de RAF aangeduid als Harvard I, de eerste werd in oktober 1939 overgedragen.

In 1938 gaf de US Navy opdracht voor een ST (“scout trainer”). Men had de BC-1 hiervoor al getest en geëvalueerd.
In het najaar van 1938 werd een initiële opdracht gegeven voor 16 toestellen onder de aanduiding SNJ-1.
Dit toestel was net als de BT-14 voorzien van een geheel metalen romp. Verder waren allerlei aanpassingen aan de vleugels en het roer doorgevoerd. De motor was een Pratt & Whitney R-1340-6 Wasp van 550 pk, die, in plaats van een tweebladige houten propeller, een tweebladige, verstelbare metalen propeller aandreef.

De USAAC zag nu de voordelen van dit toestel ten op zichte van de eigen trainers en bestelde drie toestellen onder de aanduiding BC-2 (NA-54), volgens een nieuwe specificatie.
Dit type had de geheel metalen romp, intrekbaar landingsgestel en een recht richtingsroer. De krachtbron was nu een Pratt & Whitney R12340-45 van 600 pk, die voorzien was van een driebladige, verstelbare propeller.
De nieuwe motor vereiste aanpassing van de koeling en luchtinlaten.
Uit de evaluatie bleek dat de driebladige propeller geen voordelen bood ten opzichte van de tweebladige propeller, zodat de toestellen alsnog met de tweebladige prop werden uitgerust.
Uiteindelijk werd een vervolgopdracht gegeven voor 83 toestellen als BC-1A (NA-55-1).

Frankrijk bestelde 230 toestellen onder de aanduiding NA-57. Deze waren voorzien van specifieke (metrische) instrumenten en een Wright R-975-E3 van 420 pk. [ in feite waren ze gelijk aan de NA-23] Alle toestellen werden afgeleverd, waarvan een vijftigtal door de Duitsers werden buitgemaakt en gebruikt.

In 1939 werden door de USAAC 94 BC-1A (NA-59) besteld. Door een wijziging in de aanduidingen door de USAAC, werden deze als AT-6 aangeduid. De toestellen hadden een grote DF-antenne onder de romp, de mogelijkheid voor het voeren van een vaste .30 mitrailleur in de neus en een beweegbare mitrailleur in de achterste cockpit. De toestellen werden vooral gebruikt voor de training van luchtschutters.

De RAF bestelde in voorjaar 1939 nog eens 30 stuks NA-16-1E (NA-61) ; deze waren vrijwel identiek aan de eerder bestelde toestellen.
Harvard II.
De Harvard Mk II was in principe gelijk aan de BC-1A.
Deze was voorzien van Britse uitrusting, onder andere radio, stuurknuppel en instrumenten.
Een ander opvallend kenmerk was het ontbreken van de vrij grote antenne die op de romp voor de canopy en, ten behoeve van cockpitverwarming, een verlengde uitlaatpijp met daarin een voorziening voor de verwarming. Als krachtbron was een Pratt & Whitney R-1340-53H1.
De RAF bestelde er eind 1939 600 stuks van, die door North American als NA-66 werden aangeduid.
Ten behoeve van de Canadese luchtmacht volgde kort daarna nog een opdracht voor nog eens 10 toestellen, terwijl de Fransen 450 toestellen bestelden, die aangeduid werden als NA-76. Deze waren uitgerust met Franse instrumenten en weer wel voorzien van de antenne.
In juli 1940 volgde nog een RAF-opdracht voor 125 stuks.
Harvard IIA.
De Harvard IIA was in feite identiek aan de AT-6C, maar dan uitgerust met Britse uitrusting. 747 van deze toestellen gingen naar de RAF, aanduiding NA-88, onder Lend-Lease-voorwaarden. Deze toestellen hadden weer geen verlengde uitlaatpijp.
Harvard IIB
De Harvard IIB was gelijk aan de BC-1A/AT-6A en werd onder licentie en volgens RAF-specificaties gebouwd door Noorduijn te Canada. Zo was ook hier de bekende Amerikaanse “pistoolgreep” van de stuurkolom vervangen door de cirkelvormige greep van de RAF.
Dit type was voorzien van een Pratt & Whitney R-1340-AN-1 Wasp. Verder was het mogelijk om een vaste mitrailleur in de stuurboord vleugel te monteren, tevens konden lichte bommen worden meegevoerd. Omdat de achterste cockpit geen mitrailleur had, was dit deel van de canopy aangepast. Deze was van dezelfde vorm als op de BT-14 Yale was gemonteerd.
[dus de bekende canopy met acht spanten zoals op onze Harvards aanwezig was]
De eerste opdracht was voor 210 toestellen voor de Canadese Luchtmacht, gevolgd door een opdracht van regering van de VS voor 1500 toestellen voor de Canadese Luchtmacht onder Lend-Lease-voorwaarden. Deze toestellen werden om administratieve redenen aangeduid als AT-16.
Later volgde nog een soortgelijke opdracht voor 900 toestellen voor de RAF.

Productie-overzicht Harvard IIB

USAAF-serienummersGebruikerSerienummers
RCAF 3034 – 3133
  Idem 3234 – 3343
43-34615 – 43-34914 RAF FX198 – FX497
  Idem KF100 – KF757
Afgezegd Idem KF758 – KF900
  Idem KF901 – KF999
Afgezegd Idem KG100 – KG309
42-464 – 42-963 Idem FE267 – FE766
42-12254 – 42-12486 Idem FE767 – FF999
43-12502 – 43-12840 Idem FS661 – FS999
43-12841 – 43-13201 Idem FT100 – FT460

 

Technische gegevens
Afmetingen:
Lengte: 8,99 m Spanwijdte: 12,8 m
Hoogte: 3,56 m Vleugeloppervlak: 23 m2
Gewichten:
Leeggewicht: 1886 kg Max. startgewicht: 2548 kg
Prestaties:
Max. snelheid: - km/u Stijgsnelheid: - m/min
Kruissnelheid: 273 km/u    
Vliegbereik: 1400 km Plafond: 6600 m
Overig:
Motortype: Eén Pratt & Whitney R-1340-AN-1 van 550 pk
Bemanning: Twee man: één instructeur plus één leerling
Bewapening:

GEen