Historie

De Fokker C.I, of Fokker V.38, een tweezits verkenner, is medio 1918 nog in Schwerin, Duitsland, ontwikkeld uit de Fokker D.VII. Het bleek dat het de mindere was ten opzichte van de Hannover en Halberstadt tweezitters. Voordat de toestellen goed en wel in serieproductie waren genomen, was de eerste wereldoorlog ten einde.
In mei-juni 1919 werden de reeds geproduceerde toestellen, zo'n 70 stuks, door Fokker naar Nederland gesmokkeld. De V.38 was, ondanks de gelijkenis met de Fokker V.36, de directe nakomeling van de Fokker D.VII en flink gewijzigd, vooral de spanwijdte was met zo'n 2 meter vergroot, de afstand tussen de vleugelspanten was onder meer vergroot en ook de romp was verlengd en aangepast.

 

Technische gegevens
Afmetingen:
Lengte: 7,21 m Spanwijdte: 10,49. m
Hoogte: 2,85 m Vleugeloppervlak: 26,25 m2
Gewichten:
Leeggewicht: 855 kg Max. startgewicht: 1255 kg
Prestaties:
Max. snelheid: 180 km/u Stijgsnelheid: - m/min
Kruissnelheid: 140 km/u    
Vliegbereik: - km Plafond: - m
Overig:
Motortype: Een Mercedes D.III van 160 pk of een BMW IIIA van 185 pk
Bemanning: Eén instructeur plus één leerling
Bewapening: Geen