Historie
Bob Noorduyn richtte (samen met A. Fokker) in 1924 Atlantic Aviation Company op om Fokker vliegtuigen en later ook eigen ontwerpen te bouwen.
Noorduyn verliet Fokker in 1929 en ging naar Bellanca en ontwierp onder meer de Bellanca Pacemaker en Skyrocket.
In 1932 vertrok hij naar de Pitcairn Autogyro fabriek om nieuwe ideeën op te doen.
In 9134 richtte hij in Canada een eigen bedrijf op, Noorduyn Aircraft Ltd (later Noorduyn Aviation) en ontwierp een zogenaamde bushplane. Het toestel een eenmotorige hoogdekker, was voorzien van een uitwisselbaar onderstel.
Als eerste werd een drijver-toestel ontwikkeld, gevolgd door een versie met skies en later nog een versie met een wielonderstel.
De romp was, net als de toenmalige Fokker-ontwerpen, opgebouwd uit een staalbuis frame, bekleed met linnen.
De eerste Norseman, later aangeduid als Norseman Mk. I maakte de eerste vlucht in november 1935 en was voorzien van drijvers en een Wright R-975-E3 Whirlwind stermotor.
Het tweede exemplaar, aangeduid als Norseman Mk.II was voorzien van een Pratt & Whitney R-1340 Wasp SC-1 motor van 450 pk.
Drie toestellen, aangeduid als Norseman III gingen onder anderen naar McKenzie Air Service.
De Norseman II werd in juni 1937 aangepast tot prototype voor de Norseman IV en voorzien van een Pratt & Whitney Wasp S3H-1.
Tot 1940 waren er slechts 17 stuks verkocht.
De oorlog leidde tot orders van onder andere de RCAF en de USAAF, die een licht transportvliegtuig zochten. De RCAF schafte 38 Norseman IVws aan voor radio en navigatietraining.
De USAAF gaf, na evaluatie van een Canadees toestel, opdracht voor zes toestellen, aangeduid als YC-64A. Deze waren op wat kleine aanpassingen na om te voldoen aan de USAAF eisen, gelijk aan de Norseman IV.
Nadat de VS rechtstreeks in de vijandelijkheden betrokken raakten, werden een aantal orders geplaatst van in totaal 749 stuks C-64A Norseman. Deze verschilde vooral in de extra brandstof-capaciteit in d vorm van twee buiktanks, waarmee het totaal op 914 l brandstof kwam.
Drie toestellen werden door de US Navy gebruikt, aangeduid als JA-1; verder waren een zestal drijver-toestellen als C-64B in gebruik bij de US Army.
De RCAF bestelde later nog een 34 Norseman Mk IVs, terwijl voor e overige geallieerde strijdkrachten 43 stuks werden geleverd.
Postwar
Na de oorlog werd de productie voortgezet door de Canada Car and Foundry, die een civiele versie e Norseman Mk. V, van de Norseman Mk. IV produceerde.
Verder werd een wat grotere versie, met metalen vleugel, groter laadvermogen en zwaardere motor ontwikkeld als Norseman Mk VII. Het prototype ging echter bij een hangar-brand verloren en deze uitvoering werd niet in productie genomen.
In totaal werden er 903 stuks gebouwd.
Afmetingen: | |||
Lengte: | 9,85 m | Spanwijdte: | 15,7 m |
Hoogte: | 3,07 m | Vleugeloppervlak: | 30 m2 |
Gewichten: | |||
Leeggewicht: | 1943 kg | Max. startgewicht: | 3363 kg |
Prestaties: | |||
Max. snelheid: | 249 km/u | Stijgsnelheid: | - m/min |
Kruissnelheid: | - km/u | ||
Vliegbereik: | 8960 km | Plafond: | 5200 m |
Overig: | |||
Motortype: | Eén Pratt & Whitney R-1340-AN-1 van 550 pk | ||
Bemanning: | - | ||
Bewapening: | Geen |