Historie

In april 1940 werd North American Aviation door de RAF benaderd om de Curtiss Hawk 87 (P-40D) in licentie te bouwen.  North American, die al een aantal North American NA-16 trainers aan de RAF had geleverd antwoordde dat NAA een beter jachtvliegtuig kon ontwerpen en bouwen in de tijd die nodig was om de P-40 in productie te nemen.

De RAF ging hiermee akkoord mits het prototype van wat Model NA-73 zou worden, in 120 dagen gereed zou zijn.

De USAAC gaf hiervoor toestemming, mits ze twee toestellen zouden ontvangen voor test-doeleinden.

Het contract werd op 23 mei 1940 ondertekend. Het toestel moest worden uitgerust met 8 mitrailleurs. NAA had al sinds 1939 aan een vergelijkbaar project gewerkt en er was al veel werk verzet voor de ontwikkeling van het nieuwe toestel.

Curtiss was in dezelfde tijd bezig met de XP-46 voor de RAF en ontving door tussenkomst van RAF technische aerodynamische gegevens over de Curtiss P-46.

Deze werden gebruikt bij de ontwikkeling van de XP-73. Al was het ontwerp vrijwel gereed voordat deze gegevens beschikbaar kwamen.

De NA-73 was een geheel metalen toestel met een speciale NACA laminaire vleugel. De vleugel was zo ontworpen dat deze zo eenvoudig mogelijk was te bouwen. Het onderstel had een spoorwijdte van bijna 3,7 meter wat het landen eenvoudiger maakte. Verder was een vloeistof gekoelde lijnmotor gespecificeerd. De enige Amerikaanse motor die in aanmerking kwam, was de Allison V-1710 motor. Deze was vergelijkbaar met de Rolls Royce Merlin, maar leverde op grotere hoogten minder vermogen. NAA overwoog enige tijd om een turbo toe te passen, maar zag daarvan af vanwege de tijdsdruk.

De Allison had een onderliggende carburator, de luchtinlaat van de NA-73X was dus boven op de neus gepositioneerd, de inlaten voor de motor- en oliekoelers waren onder de romp aangebracht. Deze koelinlaat was zo ontworpen dat deze een extra bijdrage aan de snelheid leverde.

Nadeel was wel het extra gewicht. De brandstofcapaciteit was twee maal zo groot als van de Spitfire en aangebracht in elk van de vleugels tussen de beide hoofdliggers. 

De bewapening bestond uit twee .50 inch gesynchroniseerde mitrailleurs onder in de neus, twee .50 inch mitrailleurs waren net naast de landingsgestellen aangebracht en verder waren vier .30 brownings aan gebracht in de buitenste vleugelhelften.

De afbouw begon al na 102 dagen na het afsluiten van het contract en het type kreeg eind september 1940 de aanduiding XP-51.  De RAF gaf toen ook opdracht tot levering van 620 toestellen door hen aanduid als Mustang I.

Het testen van de twee XP-51’s verliep uiterst traag vooral doordat de USAAC al een aantal andere toestellen als Lockheed P-38 en de Bell P-39 in onderzoek had.

Helaas was de bouw van de motor de vertragende factor en ook de nieuwe remsystemen waren nog niet gereed, zodat het toestel tijdelijk was uitgerust met de wielen van de AT-6.

De eerste vlucht werd uiteindelijk gemaakt op 26 oktober 1940 en het toestel bleek ruim 40 km/h sneller te zijn dan de P-40 met dezelfde motor.

Gedurende de testperiode werden een aantal wijzigingen aangebracht onder andere aan de inlaat onder de romp die werd vergroot en meer naar voren werd verplaatst. Eind november 1940 maakte het toestel een noodlanding wegens brandstofgebrek, waardoor het toestel gedurende een aantal maanden niet beschikbaar was wegens reparaties. Van januari 1941 tot en met juli 1941 werden de tests weer voortgezet.

De RAF gaf nog een extra opdracht voor nog eens 300 stuks met kleine aanpassingen. Deze toestellen, NA-83, verschilden vooral in aangepaste uitlaten.

In april 1942 maakte een testpiloot van Rolls-Royce een vlucht in een P-51A en was erg onder de indruk van het toestel. Het was niet alleen bij 50 km/u sneller dan de Spitfire Mk. Vb, maar had ook een bijna tweemaal zo groot vliegbereik. Hij stelde voor om het toestel te voorzien van de toen nieuwe Merlin 60. De Merlin 61 had een twee-traps compressor, die echter grotere luchtkoeling vereiste. Deze werd onder de vleugels gemonteerd. In augustus werd toestemming verkregen om drie toestellen aan te passen, aanvankelijk drie toestellen, maar later nog twee toestellen extra. Deze toestellen werden door de RAF aangeduid als Mustang X, al was geen van de toestellen identiek aan de ander. Ze waren allen voorzien van een vierbladige propeller, een kleine radiator onder de neus en een Merlin 65 motor, geschikt voor grotere hoogten. De Merlin 65 leverde ruim 200 pk meer op 6000 m en bijna 500 pk meer op 7600 m hoogte dan de oorspronkelijke Allison V-1710. De eerste vlucht werd gemaakt op 12 oktober 1942.

NAA werd door de militaire attachee Majoor T. Hithcock geïnformeerd over deze ontwikkelingen. Rond die tijdd was Rolls-Royce in onderhandeling met Packard om de Merlin in licentie te bouwen. NAA kreeg toestemming om twee airframes aan te passen en te voorzien van de Merlin. Deze toestellen werden aangeduid als XP-78.

Er werden twee P-51 Mustang Ias uitgekozen die als NAA project Na-101 werden beproefd. De USAAC aanduiding werd later gewijzigd in XP-51B. De ontwikkeling werd verder geheel in de VS voortgezet, zonder bemoeienis van Rolls-Royce zelf.

De toestellen werden uitgebreid geteste en ondergingen tal van aanpassingen. Uiteindelijk werden in augustus 1942 op basis van de door NAA verwachte prestaties 400 P-51Bs besteld, nog voordat de eerste vlucht was gemaakt. Deze vond pas eind november 1942 plaats.

Versies.

North American NA-73 Mustang I:
De eerste productie Mustang I vloog op 23 april 1941, maar was onbewapend en aanvankelijk onbeschilderd. Het werd door NAA gebruikt voor ontwikkelingsdoeleinden. Het tweede toestel AG346 was wel volledig bewapend en in september aan de RAF overdragen die het uitgebreid testte in Brittannië, voorzien van Britse uitrusting. De meeste van de eerste geleverde toestellen werden door de RAF uitgebreid beproefd.
  • NA-91 Mustang IA:Ook werden proeven gedaan met raketten, externe brandstoftanks en ook met 40 mm kanonnen onder de vleugels.
    Eind september 1941 bestelde de USAAC 150 toestellen onder Lend-Lease voorwaarden ten behoeven van de RA. Deze werden door NAA aangeduid als NA91 en kregen dan de RAF de Mustang MK. IA.
    De USAAC duidde ze aan als P-51 en ze kregen serienummers 41-37320 tot en met 41-37469 en waren uitgerust met de Allison V-1710-F3R, [USAAC aanduiding V-1710-39].
    De oorspronkelijke mitrailleurs waren nu vervangen door vier 20 mm kanonnen in houders onder de vleugel.
    Door de Japanse aanval op Pearl Harbour werden niet alle toestellen afgeleverd, maar er werden bijna 60 stuks over genomen door de USAAC, onder de aanduiding P-51 of F-6A (uitgerust met twee camera's.
North American A-36 Mustang (NA-97):
In april 1942 bestelde de USAAC 500 stuks, fabrieksaanduiding NA-97. Deze grond-aanvalsversie kreeg de USAAC aanduiding A-36A.
Het toestel had de mogelijkheid om twee bommen van elk 500 pound mee te nemen, was voorzien van duikremmen en had zes .50 inch mitrailleurs, twee in de onderzijde van de neus en vier in de vleugels.
De motor was een Allison V-1710-87 van 1325 pk.
North American P-51A Mustang (NA-99):
In Augustus 1942 bestelde de USAAC 1200 toestellen, type NA-99, P-51A. Deze toestellen waren bestemd als jachtvliegtuig. De eerste maakte de eerste vlucht op 3 februari 1943.
Uiteindelijk werden er slecht 310 stuks van gebouwd, voordat werd overgeschakeld op de P-51B, die was uitgerust met de Rolls-Royce Merlin.
Ze waren voorzien van vier .50 inch mitrailleurs in de vleugels, een Alisson V-171081 (F20R) motor van 1200 pk, die voorzien van een turbolader en daardoor betere hoogteprestaties leverde dan de oorspronkelijke motor. Ook was de er een grotere propeller toegepast wat de prestaties nog verder verbeterde.
De RAF ontving 50 stuks van dit type, die werden aangeduid als Mustang Mk. II.
  • North American F-6B Mustang: 35 stuks van een verkennersversie met twee K-24 camera's en geen bewapening.
North American P-51B/P-51C (NA-101):
Een geheel herziene versie voorzien van een Packard V-1650-3 motor, die was gebaseerd op de Rolls-Royce Merlin 68. Beide type waren identiek; de P-51B wer gebouwd in de fabriek te Inglewood, terwijl de P-51C werd gebouwd in een nieuwe fabriek te Dallas.
De eerste P-51B vloog op 5 mei 1943 en de eerste P-51C vloog op 5 augustus 1943. Uiteindelijk werden er 1988P-51Bs en 1730 P-51Cs gebouwd. [De P-51C kreeg de fabrieks-aanduding NA-103, in 1944 gewijzigd in NA-111].
  • North American Mustang III: Een aangepaste versie geleverd aan de RAF vanaf december 1943.
    Opvallende aanpassing was de toepassing van de "Malcolm" hood die de originele canopy met frames verving. {de P-51B/Cs van de 8e en 9e Air Force kregen deze canopy vaak ook.]
    De bewapening van vier mitrailleurs was niet bijster zwaar.
North American P-51D (NA-106):
Het grootste probleem van de P-51B/C was het slechte zicht door de canopy met spijlen. De RAF-uitvoering met Malcolm–hood was een grote verbetering. Republic had voor de P-47D een druppelcanopy ontwikkeld, die ook aan onder andere de Britten werd getoond.
De USAAF wilde voor de P-51D ook een dergelijke canopy en P-51B, 43-12101 werd als test-toestel gekozen en aangeduid als XP-51D.
Het toestel werd omgebouwd en voorzien van de nieuwe canopy; de achterzijde van de romp werd aangepast en verlaagd.
Op 17 november 1943 werd de eerste vlucht gemaakt. Er werden twee P-51Bs van de productielijn gehaald en afgebouwd in deze nieuwe vorm. Deze toestellen werd als P-51D aangeduid.
Verder werd een andere tekortkoming aangepakt en werd de bewapening in de vleugels aangepast en warden twee maal drie MG53-2 .50 inch mitrailleurs ingebouwd met een aangepast aanvoersysteem, waardoor vastlopen van de patroonband niet meer voorkwam.
Verder werd ook de vleugels aangepast, evenals het landingsgestel dat werd versterkt vanwege het grotere gewicht.
Later werd de staart nog iets aangepast en voorzien van een vin om de langsstabiliteit te verbeteren.
Verder werd een nieuwe K-14 gecomputeriseerde gun sight ingebouwd. De fabriek in Inglewood bouwde uiteindelijk 6502 P-51D's, als NA-109 (productieblok D-1 tot en met D-10), als NA-111 (productieblok D-15 en D-20) en als NA-122 (productieblok D-15 en D-30). De fabriek in Dallas bouwde zo’n 1600 stuks, als NA-111 in productieblok D-5 tot en met D-20 en als NA-125, productieblok D-25 en D-30.

North American had voor de P-51 de Hamilton Standard vier-bladige propeller geselecteerd. Hamilton Standard kon echter niet aan de grote vraag voldoen. Reden voor North American om Aeroproducts te contracteren voor de levering van hun vierbladige propeller met holle, stalen bladen en een diameter van 11 ft (3,35 m) aan de fabriek te Dallas. De toestellen die te Dallas werden gefabriceerd (en waren uitgerust met de Aeroproducts propeller) werden aangeduid als P-51K (NA-111). Zie ook P-51 variants

  • North American F-6D Mustang: 126 stuks van een verkennersversie met een K17 en één K-22 camera achter in de romp; de bewapening bleef gehandhaafd.
    Ze waren voorzien van een Direction-finder ontvanger.
  • North American F-6K Mustang: Een totaal van 163 van deze P-51K's werden uitgevoerd als F-6K foto-verkennings vliegtuig met een K17 en één K-22 camera achter in de romp; de bewapening bleef gehandhaafd.
    Ze waren voorzien van een Direction-finder ontvanger.
    Serienummers van P-51D:
Block Constructienummer US Fisc. Year number Opm.
Gebouwd te Inglewood
North American P-51D-5-NA Mustang 109-26886 - 109-27685 44-13253 - 44-14052 800 stuks
North American P-51D-10-NA Mustang 109-27686 - 109-28485 44-14053 - 44-14852 800 stuks
North American P-51D-15-NA Mustang 109-28486 - 109-28885
109-35536 - 109-36035
44-14853 - 44-15752 900 stuks
North American P-51D-20-NA Mustang 122-30806 - 122-31885 44-63160 - 44-64159  1000 stuks
North American P-51D-20-NA Mustang 122-31886 - 122-31985
122-38586 - 122-39085
44-72027 - 44-72626 600 stuks
North American P-51D-25-NA Mustang 122-39086 - 122-40085
122-40167 - 122-40766
44-72627 - 44-74226  1600 stuks
North American P-51D-30-NA Mustang 122-40767 - 122-41566 44-74227 - 44-75026  800 stuks
Gebouwd te Dallas.
North American P-51D-5-NT Mustang 111-29286 - 111-29485  44-11153 - 44-11352 200 stuks
North American P-51D-20-NT Mustang 111-36136 - 111-36535 44-12853 - 44-13252 400 stuks
North American P-51D-25-NT Mustang 124-44246 - 124-44845 44-84390 - 44-84989 600 stuks
North American P-51D-25-NT Mustang 124-48096 - 124-48295 45-11343 - 45-11542 200 stuks
North American P-51D-30-NT Mustang 124-48296 - 124-48495 45-11543 - 45-11742 200 stuks
Serienummers van P-51K:
Block Constructienummer US Fisc. Year number Opm.
North American P-51K-1-NT Mustang 111-29486 - 111-29685 44-11353 - 44-11552 200 stuks
North American P-51K-5-NT Mustang 111-29686 - 111-30085 44-11553 - 44-11952 400 stuks
North American P-51K-10-NT Mustang 111-30086 - 111-30685 44-11953 - 44-12552 600 stuks
North American P-51K-15-NT Mustang 111-30686 - 111-30885
111-36036 - 111-36135
44-12553 - 44-12852 300 stuks

 

North American XP-51F (NA-105):
Naar aanleiding van evaluatie van buitgemaakte Duitse toestellen werd een nieuwe, geheel herziene, lichtgewicht versie van de Mustang voorgesteld, fabrieksaanduiding NA-105
De meeste aanpassingen had gewichtsbesparing als doel. De propeller was vervangen door een driebladige Aeroducts propeller, de brandstof-capaciteit werd gereduceerd tot tweemaal 102 gallon in de vleugels, de motor-ophanging werd lichter uitgevoerd, etc.
Het gewicht was uiteindelijk zo'n 1000 kg minder dan van de P-51D, maar de prestaties waren niet zo goed als men had verwacht.
Er werden slechts een aantal prototypen van gebouwd.
North American XP-51G:
Twee toestellen gebouwd. Afgeleid van de XP-51F en uitgeruste met een Rolls-Royce Merlin 145M.
North American P-51H (NA-126):
De P-51H, de snelste Mustang versie, was een voortvloeisel van de XP-51F. Het toestel was uitgerust met de opgewaardeerde Packard Merlin V-1659-9 motor. De prestaties verbeterden verder; de motor kon meer dan 2000 pk leveren voor korte perioden. North American gaf het project de naam NA-126. In juni 1944 werd het type in productie genomen.
De staart was zo’n twee voet langer dan van de P-51D; Verder werden allerlei zaken direct overgenomen van het P-51F project. De bewapening bestond uit zes .50 mitrailleurs en verder konden onder de vleugels bommen of raketten worden meegenomen. De eerste vlucht werd gemaakt in februari 1945.
Er werden er zo'n 555 stuks van gebouwd.
North American XP-51J:
Twee toestellen gebouwd, afgeleid van het XP-51F project en uitgerust met een Allison V-1710 motor.
North American P-51M (NA-124):
Versie van de P-51H, die zou worden gebouwd in de DAllas fabriek.
Uitgerust met de Packard V-1650-9A.
Door het einde van de oorlog is er maar één van gebouwd.
North American P-51L (NA-129):
Een uivoering met een krachtiger Packard V-1650-11 motor, die een piek vermogen van 2270 pk kon leveren.
Nooit gebouwd door het einde van de oorlog.

 

 

Technische gegevens
Afmetingen:
Lengte: 9,83 m Spanwijdte: 11,28 m
Hoogte: 4,17 m Vleugeloppervlak: 21,83 m2
Gewichten:
Leeggewicht: 3465 kg Max. startgewicht: 4175 kg
Prestaties:
Max. snelheid: 703 km/u Stijgsnelheid: - m/min
Kruissnelheid: 580 km/u    
Vliegbereik: 2655 km Plafond: 12770 m
Overig:
Motortype: Eén Packard Merlin V-1650-7 van 1695 pk
Bemanning: Eén Vlieger
Bewapening: -