Nadat sneller dan verwacht in oktober 1968 werd besloten om de "Karel Doorman" uit de vaart te nemen, ontstond een hiaat bij de uitvoering van bewaking van het Nederlandse deel van Atlantische oceaan. De Grumman S-2F Tracker had een te klein vliegbereik om deze taak naar behoren uit te voeren.

Daarom werden 9 Breguet Br.1150 Atlantic LRMPA (Long Range Maritime Patrol Aircraft) aangeschaft, een toestel dat wel achttien uur in de lucht kon blijven. Aanvankelijk waren er veel problemen.
De MLD was gewend aan Amerikaans materieel en materiaal, en vooral de Technische Dienst had onder andere te kampen met moeilijkheden met de Franstalige handleidingen en maatvoering.

De eerste kwam in augustus 1969 in dienst.

N84 03 22

Breguet Atlantic 256 tijdens Open Dag Luchtmacht, september 1984 op vliegbasis Soesterberg.

N84 03 23

Breguet Atlantic 256 tijdens Open Dag Luchtmacht, september 1984 op vliegbasis Soesterberg.

Helaas bleek het toestel veel technische problemen te hebben en gingen er drie verloren door crashes en werd al in december 1984 de laatste vlucht gemaakt. De resterende zes toestellen zijn toen verkocht aan Frankrijk.

Het toestel werd opgevolgd door de Lockheed P-3C Update II Orion, die tevens de sterk verouderde Lockheed SP-2H Neptune verving.