Historie
De oorsprong van dit toestel ligt niet bij de Curtiss Wright Company, maar bij de St. Louis Airplane Division, die begin van de jaren dertig door Curtiss werd overgenomen. Er werd een lichtgewicht vliegtuig, CW-19L ontworpen, een metalen tweezits laagdekker met een stermotor. Dit toestel was bedoeld als privévliegtuig. Door de slechte economische omstandigheden was er vrijwel geen afzetmarkt voor.
In 1937 verscheen een militaire uitvoering, een trainer met de aanduiding A-19R. Dit toestel was voorzien van een Wright R-975-E3 van 420 pk.
Er werden een aantal van verkocht aan onder andere Bolivia, China, Cuba en Ecuador. Het lichte toestel blonk uit door de stijgsnelheid van bijna 10 m/s. Dit was één van de redenen dat men in 1938 begon aan een jager-versie.
Rond die tijd deden verschillende en soms nogal uiteenlopende ideeën over militaire luchtvaart de ronde.
Volgens de technisch Curtiss directeur George Page, was een lichtgewicht jager met grote stijgsnelheid de beste verdediging tegen bommenwerpers.
Dergelijke toestellen hoefden geen kringgevecht met andere jagers aan te gaan, want tijdens de snelle klim viel het toestel aan, kon eventueel bij een aanval snel weg klimmen en daarna in een duikvlucht opnieuw aanvallen en had dus geen pantsering, bomrekken en dergelijke.
Binnen de USAAF hield men er toen geheel andere denkbeelden op na en men had dus geen enkele interesse in dit toestel.
Het toestel, de CW-21, was voorzien van een Wright Cyclone R-1820-G5 stermotor van 1000 pk, twee .50 mitrailleurs en twee .303 mitrailleurs. Het gewicht was slechts 1345 kg.
Het resultaat was er ook naar, namelijk een klimsnelheid van 24,4 m/s. (4800 ft/min)
Een tijdgenoot, de Curtiss P-40 had een klimsnelheid van nog geen 3000 ft/min en woog meer dan tweemaal zoveel.
De eerste vlucht volgde op 22 september 1938. China was de eerste klant, Curtiss had een groot belang in de Chinese Central Aircraft Manufacturing Company. In januari 1939 arriveerde het prototype in Rangoon. Na veel gekissebis in China werd uiteindelijk een contract afgesloten voor drie toestellen en 27 sets componenten. Het prototype werd ook overgenomen. De drie toestellen werden in mei 1940 naar China verscheept.
Ze werden daar, na assemblage te Rangoon, daar enige tijd om de CAMCO-fabriek te beschermen tegen Japanse aanvallen, voorjaar 1941 werden de toestellen overgevlogen naar Toungoon waar de AVG (American Volunteer Group, met de beroemde Flying Tigers, waren gestationeerd. Vandaar uit zouden de toestellen naar Kunming, de operationele basis. Na een brandstofstop in Lashio werden verder gevlogen. Door de kennelijk slechte brandstof kregen de drie toestellen motorproblemen en maakten ze een noodlanding in de bergen, waarbij alle drie de toestellen verloren gingen.
De productie van de overige toestellen was al wel gestart, maar door de snelle Japanse opmars werd de fabriek geëvacueerd naar India. De CW-21’s zijn waarschijnlijk bij het in brand steken van de fabrieksopstallen eveneens in vlammen op gegaan.
Curtiss voerde intussen verdere verbeteringen en ontwikkelingen door aan het toestel, nu voor een trainerversie, waarbij onder andere het landingsgestel werd aangepast en nu geheel (zijwaarts) in de vleugel in plaats van achteruit in een soort bakken. Dit toestel, de CW-23 maakte de eerste vlucht in april 1939 werd onder andere voor gevlogen voor vertegenwoordigers van de US Navy, US Army Air Force en ook aan Canada, maar er werden geen orders geplaatst, zodat het project niet werd voortgezet.
Verdere ontwikkelingen van de CW-21 waren de CW-21A met een Allison lijnmotor en de CW-21B, dat het landingsgestel van de CW-23 kreeg, maar verder weinig van de CW-21 verschilde.
Door de betere stroomlijn was de snelheid hoger en ook het vliegbereik van 15 % groter geworden, echter door dat het gewicht ruim 100 kg was toegenomen was de stijgsnelheid en ook het plafond lager dan van de CW-21.
Afmetingen: | |||
Lengte: | 8,28 m | Spanwijdte: | 14,55 m |
Hoogte: | 2,72 m | Vleugeloppervlak: | 16,19 m2 |
Gewichten: | |||
Leeggewicht: | 1534 kg | Max. startgewicht: | 2041 kg |
Prestaties: | |||
Max. snelheid: | 507 km/u | Stijgsnelheid: | 454 km/u |
Vliegbereik: | 1014 km | Plafond: | 10 455 m |
Overig: | |||
Motortype: | Eén Wright Cyclone GR-1820-G5 van 1000 pk | ||
Bemanning: | Eén piloot | ||
Bewapening: | Vier .303 inch mitrailleurs |
De Curtiss-vertegenwoordiger Walton was op bezoek in Nederland en dit resulteerde in een order voor 24 CS-21B’s in januari 1940.
De levering zou tussen juli en oktober 1940 kunnen plaatsvinden, blijkbaar had Curtiss al veel componenten geproduceerd.
Ook toen moesten er weer allerlei kleinere aanpassingen aan het toestel worden uitgevoerd om aan de Nederlandse wensen te voldoen, onder andere mitrailleurs in de vleugels plaats van in de rompneus en deze moesten van kaliber 7.9 mm zijn in plaats van het Amerikaanse kaliber .303 inch. En ook moest een extra brandstof tank van 20 gallon in de vleugel worden in gebouwd.
Het bleek echter niet mogelijk om de vleugel met en mitrailleurs en extra tank uit te rusten. De aanpassing voor inbouw van alleen de mitrailleurs in de vleugel zou de levering met zeker twee maanden vertragen.
Zodat deze eis kwam te vervallen, wel werden onder andere een extra pantserplaat voor de vlieger en tanks van 16 gallon onder de buik.
FN zou 120 7.9 mm mitrailleurs leveren.
De aankoop, waarvoor half april 1940 een pro-forma contract werd getekend, omvatte de levering van 24 toestellen, met zes reserve motoren, zes reserve-radios’s en 25 % reserveonderdelen.
Voordat het definitieve contract kon worden getekend vond de Duitse inval plaats en door de vrij snel daarop volgende capitulatie was de levering aan Nederland niet meer nodig.
Eind mei werd de bestelling na overleg tussen de minister van Defensie en de minister van Koloniën (beiden in ballingschap), besloten om het contract over te dragen aan de ML-KNIL.
Curtiss-Wright adviseerde dringend om twee van de vier .303 inch mitrailleurs te vervangen door twee .50 inch mitrailleurs, maar dit werd afgewezen.
Het definitieve, nieuwe contract werd medio juli 1940 getekend en de levering zou tussen augustus en oktober plaatsvinden. Voor de Wright Cyclone Gr-1820-G5 motoren moest echter apart worden onderhandeld, gelukkig bleek de levering van deze motoren geen problemen op te leveren.
Het eerste toestel maakte de eerste vlucht in september, in oktober onderging het toestel met het tweede toestel een groot aantal proeven.
Het leeggewicht van 1550 kg en het vlieggewicht van 2042 kg, inclusief de motor van bijna 600 kg, was vooral het gevolg van het achterwege laten van vooral pantsering.
In februari 1941 kwamen de eerste toestellen in gebruik. De toestellen werden ingedeeld bij twee nieuw opgericht afdelingen, bij 2e afdeling Jagers, later 2e Afdeling van Vliegtuiggroep IV (2-VlG.IV) en bij 3e afdeling jagers, later 1e afdeling Vliegtuiggroep V (1-VlG-V) , beiden gestationeerd op Andir, Java.
De bewapening bleek in de praktijk veel te licht en ook het ontbreken van de pantsering bleek erg nadelig te zijn. Het toestel kon maar verder erg weinig gevechtsschade hebben.
[Ingesloten foto van BeeldBank NIMH.
Klik op de foto voor bestel-informatie]
[Ingesloten foto van BeeldBank NIMH.
Klik op de foto voor bestel-informatie]
[Ingesloten foto van BeeldBank NIMH.
Klik op de foto voor bestel-informatie]
[Ingesloten foto van BeeldBank NIMH.
Klik op de foto voor bestel-informatie]
Registratie
Registratie
|
Constr. nr.
Constr. nr.
|
Datum in dienst
Datum in dienst
|
Datum uit dienst
Datum uit dienst
|
Opmerkingen
Opmerkingen
|
---|---|---|---|---|
CW-343 | 2852 | 02-1941 | In VS nog voorzien van registratie C-338 | |
CW-344 | 2853 | 02-1941 | In VS nog voorzien van registratie C-339 | |
CW-345 | 2854?? | 02-1941 | ||
CW-346 | 2855?? | 02-1941 | ||
CW-347 | 2856?? | 03-02-1942 | Noodlanding op het strand van Madoera na luchtgevecht met Navy O's | |
CW-348 | 2857?? | |||
CW-349 | 2858?? | |||
CW-350 | 2859?? | |||
CW-351 | 2860?? | |||
CW-352 | 2861?? | |||
CW-353 | 2862?? | |||
CW-354 | 2863?? | 03-02-1942 | Noodlanding op Perak na luchtgevecht met Navy O's | |
CW-355 | 2864?? | |||
CW-356 | 2865?? | |||
CW-357 | 2866?? | |||
CW-358 | 2867?? | |||
CW-359 | 2868?? | |||
CW-360 | 2869?? | |||
CW-361 | 2870?? | |||
CW-362 | 2871?? | |||
CW-363 | 2872?? | 24-02-1942 | Verloren door bombardement van Andir. | |
CW-364 | 2873?? | |||
CW-365 | 2874?? | |||
CW-366 | 2875?? |
Schaal 1/72
Bouwpakketten
- MPM
- Kit 72073:Curtiss CW-21B Demon
- Rareplanes
- Kit 1007: Curtiss CW21 Demon
Modelling add-on
- --
- Set --: --
Decals
- FlevoDecal
- Set FD72-012: Set met opties voor vijf Brewsters, Curtiss Hawk 75, Curtiss CW-21 en CW-22; Messerschidt Me-18, Ryan STM, Lockheed 12 en Lodestar, Bücker Bu-131 en Martin Wh-1 en Wh-2
Schaal 1/48
Bouwpakketten
- --
- Kit --:--
Modelling add-on
- --
- Set --: --
Decals
- FlevoDecal
- Set FD48-012: Set met opties voor vijf Brewsters, Curtiss Hawk 75, Curtiss CW-21 en CW-22; Messerschidt Me-18, Ryan STM, Lockheed 12 en Lodestar, Bücker Bu-131 en Martin Wh-1 en Wh-2
Vanaf 28 februari 1942 werd de oranje driehoek vervangen door de vlag als nationaal kenmerk van de vliegtuigen.
Door de strijd waren rond die tijd nog slechts weinig CW-21Bs over. Het is niet zeker of de vlag nog op deze machines is aangebracht.
Schema | Kleurnaam | FS-nummer | BS-nummer | Humbrol | XtraColor | Vallejo Model Color | Vallejo Model Air | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Standaard #1 | Bovenzijde | Jongblad (medium Green) | ~4092 | 149 | X114 | 70.895 ? | 71.034 | |
Oudblad (Olive Drab) | 66 | X111 | 70.885 | 71.014 | ||||
Onderzijde | Aluminium dope | ~7178 | 191 / 56 | X216 | 70.864 | 71.062 |
Voor een uitgebreide conversietabel met zeer veel kleur- en verfsystemen, zie www.paint4models.com
Literatuur.
Militaire Luchtvaart in Nederlandsch-Indië in beeld; Deel 2 | Hugo Hooftman | Pag 24 - 35 | 1981 | Uitgever Europese Bibliotheek, Zaltbommel |
Air Enthusiast 16: CW-21: the St. Louis lightweight | Gerard Casius | Pag. 33 - 44 | 1981 | Uitgever Pilot Press Ltd., Bromley, Kent |
40 Jaar luchtvaart in Indië | Gerard Casius & Thijs Postma | Pag. 61 | 1986 | Uitgeverij De Alk, Alkmaar |
Modelbouw in Plastic jaargang 16, nummer 4: Curtiss Interceptor van 't ML-KNIL | Max Schep | pag. 78 - 83 | 1987 | Uitgever I.P.M.S. Nederland Plaats: Nederland |
Camouflage en Kentekens | J.Greuter e.a. | 1997 | Bonneville – Bergen (NH) | |
Luchtvaart; 16e jaargang nummer 6: Curtiss Wright CW-21B; Paniek aankoop mocht niet baten | Pag. 43 - 45 | 1999 | Uitgeverij Ten Brink Plaats: Meppel | |
Spinner: Lichtgewicht uit St. Louis: De Curtiss-Wright CW-21 Interceptor in China en Ned. Indië. | Gerard Casius | Pag. 21 - 30 | juli 2001 | Uitgave: St. Vrienden van het Militaire Luchtvaartmuseum |
Websites.