Historie
De DFW C.V, een tweepersoons verkenner, was de opvolger van de DFW C.IV.
Het was verreweg het meest gebouwde Duitse vliegtuig uit de eerste wereldoorlog, er werden er zo'n 2000 stuks van gebouwd. door DFW zelf plus nog eens zo'n 1250 stuks in licentie door Aviatik, als Aviatik C.VI, Halberstadt. LVG en ook door Schütte-Lanz.
Ook in het toestel werd ook in Bulgarije gebouwd als Uzunov-1.
De DFW C.V was van een gemengde constructie, de romp was van hout, de vleugels had twee houten liggers en waren bedekt met linnen. De bovenvleugel was van een wat grotere spanwijdte, vooral door de uitstekende aillerons. De uitlatenpijpen staken doorgaans als een schoorsteen omhoog, echter bij de machines gebouwd door LVG was de uitlaat horizontaal gepositioneerd.
De radiator was gesplitst en aan beide zijden van de romp aangebracht, latere uitvoeringen hadden een radiator voor de vleugel. De houten propeller had een diameter van 2,80 m.
Afmetingen: | |||
Lengte: | 7,87. m | Spanwijdte: | 13,27 m |
Hoogte: | 3,25 m | Vleugeloppervlak: | 41,52 m2 |
Gewichten: | |||
Leeggewicht: | 970 kg | Max. startgewicht: | 1430 kg |
Prestaties: | |||
Max. snelheid: | 155 km/u | Stijgsnelheid: | 4 min naar 1000 m |
Vliegbereik: | 3,5 uur | Plafond: | 5000 m |
Overig: | |||
Motortype: | Eén Benz Bz. IV van 200 pk | ||
Bemanning: | Twee man: één vlieger plus één waarnemer | ||
Bewapening: | Eén vaste, voorwaarts vurende 7,9 mm Spandau LMG 08/15 plus één draaibare 7,9 mm Parabellum MG 14 mitrailleur. |