Historie

De Dornier Wal, één van de meest bekende Duitse vliegboten uit die tijd, maakte de eerste vlucht op 6 november 1922. het toestel, een ontwerp van Claude Dornier, was een doorontwikkeling van de Dornier Gs.1 uit 1921.
Om problemen met het Verdrag van Versailles te voorkomen [Duitsland mocht zelf geen vliegtuigen bouwen] werden de toestellen in Italië gebouwd bij Costruzioni Meccaniche Aeronautiche S.A.. Dit bedrijf was daarvoor speciaal in het leven geroepen.
Bijzonder aan het toestel was dat het geheel uit Duraluminum was opgetrokken, verder was het voorzien van de door Claude Dornier ontwikkelde “stummels”, een soort stabilisatie aan weerszijden van de romp en bovendien een eendekker-configuratie had.
Eén van de eerste opdrachten kwam van Spanje voor zes toestellen. Dat land kreeg tevens een licentie verkreeg voor de bouw bij CASA in Madrid.
Kort daarna kreeg het Japanse Kawasaki eveneens een licentie voor de bouw van de Dornier Wal, later nog gevolgd door Aviolanda te Papendrecht en door de Amerikaanse Dornier vestiging in de VS.
Tot 1931 werd het toestel in militaire en civiele varianten gebouwd in Pisa, Italië.

In 1925 werden een viertal vliegboten in gebruik genomen door een Duitse maatschappij Aero-Lloyd voor de lijn Danzig – Stockholm en Danzig – Berlijn; de toestellen werden door Zweedse en Italiaanse bemanningen gevlogen. Een jaar later werden de toestellen overgenomen door de Lufthansa , die ze onder meer voor trans-Atlantische postvluchten gebruikte.
De Noorse poolreiziger Amundsen maakte voor zijn Noordpool-expeditie ook gebruik van de Dornier Wal.

De Wal werd doorgaans uitgerust met een grote verscheidenheid aan motoren, afhankelijk van de keuze van de klant, die er voor diende te zorgen dat de gewenste motoren bij de Dornier-fabriek werden afgeleverd voor inbouw.
Hier door ontstond een verscheidenheid aan modellen en prestaties. Naarmate de motoren groter en sterker werden, moesten vaak ook aanpassingen aan de toestellen worden aangebracht vanwege het grotere vermogen.
De eerste Wal kon een lading van 1000 kg meenemen, de versie die Amundsen gebruikte kon ruim 4000 kg meevoeren.

Uiteindelijk werden zo’n driehonderd toestellen gebouwd in twintig varianten.
Deze aanduidingen voor de laatste typen waren bijvoorbeeld als 8-tons of 10-tons Wal (naar hun gewicht). De 8-tons Militaire Wal werd vanaf 1933 aangeduid als Dornier Wal 33 en nog weer later als Do-15.
Een doorontwikkeling van de Wal was de Dornier Do-18.
De Do 5 Superwal van veertien ton en met vier motoren, was een passagierstoestel uit 1928 voor twintig passagiers.

 

Technische gegevens (MLD-versie)
Afmetingen:
Lengte: 17,4 m Spanwijdte: 22,53 m
Hoogte: 5,2 m Vleugeloppervlak: 96 m2
Gewichten:
Leeggewicht: 3560 kg Max. startgewicht: 5700 kg
Prestaties:
Max. snelheid: 180 km/u Stijgsnelheid: - m/min
Kruissnelheid: 150 km/u    
Vliegbereik: 2100 km Plafond: 3500 m
Overig:
Motortype: Twee Rolls Royce Eagle van 350 pk elk of twee Lorraine-Dietrich van 450 pk elk.
Bemanning: Vijf man
Bewapening: Twee mitrailleurs

 

Technische gegevens: Do-15 Wal F
Afmetingen:
Lengte: 17,4 m Spanwijdte: 27 m
Hoogte: 5,63 m Vleugeloppervlak: 96 m2
Gewichten:
Leeggewicht: 4000 kg Max. startgewicht: 7000 kg
Performances:
Max. Snelheid: 180 km/u Stijgsnelheid: - m/min
Kruissnelheid: 150 km/u    
Vliegbereik: 2100 km Plafond: - m
Overigen:
Motortype: Twee Lorraine-Courlis van elk 600 pk
Bemanning: Vijf man
Bewapening: Twee mitrailleurs