Historie

De Fokker D.XX1 werd ontwikkeld naar aanleiding van een aanvraag in mei 1934 van het ML-KNIL voor een vervanger van de Curtiss Hawk.
Het moest een relatief eenvoudig toestel zijn, gezien de omstandigheden in het toenmalige Nederlands-Indië: een vast onderstel; gemengde bouw van gedeeltelijk staalbuis met linnen bekleed; deels lichtmetaal en een houten vleugel (zoals Fokker toentertijd toepaste) en een vaste 12,7  mm mitrailleur in de romp plus twee (zowel in hoogte als zijwaarts) verstelbare 7,62 mm in de vleugels. Verder moest het toestel een lichte bommenlast mee kunnen nemen.
Voor medio september 1934 moest een ontwerp worden ingediend

.Fokker diende een tweetal ontwerpen in: de D.XIX, afgeleid van de Fokker D.XVII en een laagdekker, ontwerp 112. Beiden met de Rolls Royce Kestrel IV als krachtbron.
Bij ontwerp 112 kon ook een stermotor worden toegepast.

De ML-KNIL koos uiteindelijk ontwerp 112, dat vanaf november 1934 als D.XXI werd aangeduid. Als motor werd in april 1935 de Bristol Mercury VIS stermotor geselecteerd..
Het prototype met rompnummer 541, was in februari 1936 gereed en maakte, met de ML-registratie FD-322 op 27 februari 1936 de eerste vlucht.
Inmiddels was binnen de ML-KNIL verandering van inzichten in de opbouw tot stand gekomen en had men een zogenoemde slagluchtmacht voor ogen, bestaande uit snelle tweemotorige bommenwerpers. Hiervoor werd de Martin Model 139 aangeschaft en was er geen geld meer voor de aanschaf van jachtvliegtuigen.
Het ministerie van koloniën bood de D.XXI toen aan aan Defensie, die aanvankelijk geen interesse had. In het najaar van 1936 werd, mede door de intussen opgelopen spanningen, de D.XXI toch weer in de belangstelling. In het voorjaar had Fokker inmiddels al wat exportorders ontvangen van Finland, die later tevens licentierechten kocht. De Finse versie had een steviger en dikker onderstel in verband met het gebruik van landings-skis in de winter. De Finse staatsfabriek bouwde nog 90 stuks, met onder meer de Pratt & Whitney Wasp.
Denemarken plaatste in 1938 een bestelling voor twee stuks en bouwde nog toen stuk in licentie. Deze toestellen hadden ook de stevig, dikkere landingspoten van de Finse uitvoering. Spanje sloot eveneens een licentieovereenkomst voor 50 stuks, waarvan er echter maar één gebouwd werd.

In 1937 - 1938 bood Fokker een verdere ontwikkeling aan als ontwerp 150 met een Bristol Hercules motor van 1375 pk en ontwerp 151 met een Roll Royce Merlin II van 1050 pk of een Daimler Benz DB 600H van 1090 pk. Geen van beide ontwerpen is echter verder gekomen dan de tekentafel.

 

Technische gegevens Fokker D.XXI LVA
Afmetingen:
Lengte: 8,22 m Spanwijdte: 11 m
Hoogte: 2,95 m Vleugeloppervlak: 16,2 m2
Gewichten:
Gewicht (Leeg): 1450 kg Max. start gewicht: 2050 kg
Prestaties:
Kruissnelheid: - km/u Max. snelheid: 480 km/u
Stijgsnelheid - m/min    
Plafond: 11000 m Vliegbereik: 950 km
Overigen:
Motortype: Eén Bristol Mercury VIII van 830 pk
Bemanning: Eén vlieger
Bewapening: Vier Browning M-36 7.9 mm mitrailleurs