Historie
De voorloper van de G.III was een succesvolle bommenwerper die in 1917 werd opgevolgd door de Friedrichshafen G.III (fabrieksaanduiding FF.45).
Het was langer en had een grotere spanwijdte dan zijn voorloper.
De G.II had nogal de neiging om bij de landing op de kop te gaan staan, bij de G.III werd dit opgevangen door een neuswiel te plaatsen.
Verder had het toestel sterkere motoren, namelijk twee Mercedes D.IVa van elk 260 pk, waardoor er zo'n 1000 kg aan bomlading kon worden meegevoerd.
Versies.
- Friedrichshafen G.IIIa:
- had een aangepaste vleugel, waardoor de handelbaarheid verbeterde bij het vliegen op één motor. Verder was een derde machinegeweer aangebracht al verdediging tegen nachtjagers.
- Friedrichshafen G.IIIb:
- een verder aangepaste versie, waarbij de achterste schuttersopstelling een verbinding kreeg met de rest van het vliegtuig.
Na de oorlog werden verschillende toestellen aangepast en gebruikt als passagiersvliegtuig.
Afmetingen: | |||
Lengte: | 12,8 m | Spanwijdte: | 23,7 m |
Hoogte: | 3,66 m | Vleugeloppervlak: | 95 m2 |
Gewichten: | |||
Leeggewicht: | 2695 kg | Max. startgewicht: | 3930 kg |
Prestaties: | |||
Max. snelheid: | 135 km/u | Stijgsnelheid: | - m/min |
Kruissnelheid: | - km/u | ||
Vliegbereik: | 600 km / 5 uur | Plafond: | 4500 m |
Overig: | |||
Motortype: | Twee Mercedes D-IVa van 260 pk elk | ||
Bemanning: | - | ||
Bewapening: | 2 tot 3 × 7.92mm Parabellum MG14 machinegeweren. Bommen of mijnen van 12.5, 50, 100, 300 of 1000 kg tot maximaal 1000 kg |