Historie

Al in 1944 werd door North-American begonnen met ontwerp NA-134, de XFJ-1 Fury voor de US Navy.

In januari 1945 volgde en opdracht voor drie prototypes en later dat jaar voor 100 productietoestellen. Rond dezelfde tijd was de USAF op zoek naar jachtvliegtuig voor de middellange afstand.
North-American kwam met een wat aangepaste versie van de NA-134, de NA-140 en ontving in mei 1945 opdracht voor drie prototypen, aangeduid als XP-86.
Het toestel was voorzien van een drukcabine, zes .50 inch mitrailleurs, en een Sperry type A-1B gun/bomb/rocket sight, die samenwerkte met de AN/APG-5 ranging radar

Het toestel haalde een maximum snelheid van zo'n 924 km/u, lager de de vereiste 965 km/u. Ook de actieradius was niet zo groot, zo'n 478 km op alleen de interne brandstofvoorraad van 1550 l. Deze kon wel worden vergroot tot 1200 km met twee externe tiptanks van ca 644 l elk.

Doordat het toestel niet aan de USAF-eisen voldeed, dreigde het project te worden stopgezet.

Door het einde van de oorlog, kwam echter heel veel informatie vrij van de Duitse Luchtvaartindustrie. Eén belangrijk aspect was de pijlvleugel, die bij subsone snelheden betere prestaties leverde in vergelijking met de rechte vleugel.
De pijlvleugel leverde echter weer problemen op bij lager snelheden, die door de ingenieurs van North-American werden ondervangen door de toepassing van automatisch slats.

In de herfst van 1945 werd een herzien ontwerp van de XP-86 gebouwd.
De wijzigingen zorgde voor flinke vertraging in de ontwikkeling van het project en in augustus 1946 werd daadwerkelijk begonnen met de bouw van de het toestel.
Op 1 oktober 1947 maakte het toestel zijn eerste vlucht. De klimsnelheid viel door de relatief zwakke motor tegen, maar de productie-machines P-86A zou worden uitgerust met een sterkere General-Electric J47 van bijna 2300 kg stuwdruk.

In oktober 1947 kreeg North-American opdracht voor de bouw van 33 P-86As plus nog eens 190 stuks van een versterkte versie, de P-86B.

Met de drie prototypes werden door de USAF nog uitgebreide test uitgevoerd.

In 1949 startte North-American met de ontwikkeling van een all-wheather onderscheppingsversie van de F-86, NA-165. In tegenstelling tot onderscheppingsjagers uit die tijd was het een eenpersoons-toestel.
Het toestel werd voorzien van een radar-geleid onderscheppingssysteem, een AN/APG-36 zoekradar en een motor met naverbrander, een General-Electric J47-GE-17 met een stuwdruk van 2267 kg en ruim 3000 kg met naverbranding.
De radar werd in de neus ondergebracht, waardoor de luchtinlaat lager werd geplaatst. Verder werd de conventionele kano-bewapening vervangen dor een batterij van 24 2.75 inch 'Mighty Mouse" raketten in een bak onder in de romp.

Daarnaast werd echter ook de 20 mm kanon-bewapening bestudeerd, in februari 1950 werd echter van dit type bewapening afgezien en gekozen voor de raketten. De achterwaarts schuivende canopy werd vervangen door een omhoog klappend type.

Het nieuwe type werd aanvankelijk aangeduid als F-95 en er werden in oktober 1949 122 stuks als F-95 en twee stuks als YF-95A van besteld.
Het vuurleidingssysteem was op moment van de uitrol van de eerste YF-95A in september 1949 nog niet beschikbaar en er werden dan ook de gewone systemen uit de F-86A ingebouwd om het project niet te veel te vertragen. In mei 1950 kwam het Hughes vuurleidingsysteem beschikbaar en dit werd gedurende twee jaar uitgebreid getest.

In de zomer van 1950 werd, vooral om politieke reden het toestel aangeduid als F-86D. Mede onder invloed van de Koreaanse oorlog werden al snel grote opdrachten voor het toestel geplaatst en het type werd dan op uitgebreide schaal ingezet.

De US achtte de toen nieuwe E-4 vuurleiding te waardevol om te exporteren en er werd een vereenvoudigde versie van de F-86D ontwikkeld, de F-86K, project NA-205. Tegen de tijd dat dit type in productie kwam, werd de F-86D echter al vervangen door de Convair F-102A Delta Dagger en McDonnell F-101B Voodoo en kwam het type beschikbaar voor export naar geallieerde partners.
Een andere reden om de E-4 vuurgeleiding niet vrij te geven voor export was dat nog niet alle kinderziekten er uit waren gehaald.
North-American had voor project NA-205 een eigen vuurgeleidingssysteem MG-4 ontwikkeld, dat de vier 20 mm M-24A1 kanonnen aanstuurde met behulp van de APG-37 zoekradar in de neus. Verder werd een aangepaste A-4 vizier toegepast.
Twee F-86Ds 52-3630 en 52-3804 fungeerden als prototypen, aangeduid als YF-86K. De eerste YF-86K maakte de eerste vlucht medio juli 1954 en was uitgerust met de General-Electric J47-GE-17B van 3.401,94 kg stuwdruk,

Medio mei 1953 kreeg Fiat een licentie voor de bouw van de F-86K. Aanvankelijk waren dit 50 sets, aangeduid als NA-207, die bij Fiat werden geassembleerd. Door Fiat gebouwde toestellen gingen onder andere naar de Armee de l'Air, Luftwaffe, Aeronautica Militaire en ook naar de Koninklijke Luchtmacht en nar de Noorse Luchtmacht.

Daarnaast werden vanwege de productiesnelheid nog eens 120 toestellen door North-American zelf gebouwd, aangeduid als NA-213. Deze gingen, met USAF serienummers 54-1231 tot en met 54-1350 onder MDAP-voorwaarden naar de KLu en naar de Noorse Luchtmacht.Het toestel kon verschilde verder nauwelijks van de F-86D-40 en kon ook twee 120 US gallon vleugeltanks meevoeren. De romp was, vanwege de kanonnen verlengd met circa 20 cm.

De eerste door North-American gebouwde F-86K vloog begin maart 1955. De overige toestellen,werden allen gebouwd tussen april en december 1955 in Californië. Eén toestel bleef voor testdoeleinden in de VS, de rest werd overgedragen aan de Noorse en Nederlandse Luchtmachten.

North-American leverde 50 sets van F-86K onderdelen aan fiat voor assemblage onder het NA-207-contract.
De eerste door Fiat geassembleerde F-86K (MM6185 / 53-8273) maakte op 23 mei 1955 de eerste vlucht. Meer sets van F-86K-onderdelen werden in Italië geleverd onder de volgende contracten:

  • NA-221 (70 vliegtuigen, augustus 1954, 55-4811 / 4880)
  • NA-232 (56 vliegtuigen, juli 1955, 55-4881 / 4936)
  • NA-242 (45 vliegtuigen, december 1955, 56-4116 / 4160)

De NA-242-batch verschilde van de vorige batches door de verlengde leading edges en de verlengde vleugeltips, zoals toegepast op de North-American F-86F-40-NA. De spanwijdte werd hierdoor vergroot van 11,31 meter tot 11,92 meter. Vele eerder door Fiat geassembleerde F-86K's werden in het veld gewijzigd om ze op NA-242 standaard te brengen.

Versies.

North-American XP-86:
Prototype van de F-86 Sabre, uitgerust met een Chevrolet J35-C-3 turbojet een stuwkracht van ruim 1800 kg
North-American F-86A Sabre:
De eerste productie versie, vanaf juni 1948 aangeduid als F-86A.
Vrijwel identiek van de XP-86, alleen de pitot-buis was verplaatst en uitgerust met zes .50 inch mitrailleurs in de neus.
Verder waren er al een aantal wijzigingen doorgevoerd die voortvloeiden uit de testvluchten
  • North-American RF-86A Sabre: Een in "het veld" aangepaste verkennersversie met een K-25 camera op de plaats van de rechter .50 inch mitrailleur, die weden verwijderd.
    Aanvankelijk werden twee toestellen omgebouwd, later volgend nog n zes stuks. Die werden voorzien van een schuine 24 inch K-11 camera. en twee 20 inch K24 camera's in de neus. De bewapening was doorgaans verwijderd.
  • Canadair Sabre Mk 1: 1 Stuk gebouwd als prototype.
North-American F-86B Sabre:
Een versie voorzien van grotere wielen voor slechter terrein-omstandigheden.
Uiteindelijk werd dit type niet gebouwd.
North-American F-86C/YF-93A Sabre:
Het grootste probleem bij de vroege straaljagers was het beperkte vliegbereik, zeker in vergelijk met de laatste typen met zuigermotoren.
North-American kwam met een aangepast versie van de F-86A, de NA-157. Deze was voorzien van een Pratt & Whitney J8-P1 centrifugaal motor (een licentie van de Rolls-Rolls Tay motor) deze was groter dan de J47 motor en omdat er extra brandstof mee moest, werd de romp vergroot en het landingsgestel versterkt.
De USAF gaf opdracht tot de bouw van twee exemplaren aangeduid als F-86C voorzien van zes 20 mm kanonnen. Omdat het type toch veel afweek van de F-86, werd besloten om het type aan te duiden als YF-93A. In februari 1949 werd het project stop gezet, omdat de prestaties van de B-47 Stratojet zo danig waren dat er hoogst waarschijnlijk geen escortjager nodig maakten. De beide gebouwde toestellen werden overgedragen aan de NACA voor gebruik bij nader onderzoek.
North-American F-86D Sabre:
Een onderscheppingsversie met zoekradar in de neus, 24 mighty mouse raketten als bewapening en een General-Electric J47-GE-17 met naverbrander. In totaal werden er 2506 stuks van gebouwd.
  • North American YF-86D-NA Sabre 50-577 - 50-578 c/n 164-1 - 164-2
    North American F-86D-1-NA Sabre 50-455 - 50-491 c/n 165-1 - 165-37
    North American F-86D-5-NA Sabre 50-492 - 50-517 c/n 165-38 - 165-63
    North American F-86D-10-NA Sabre 50-518 - 50-553 c/n 165-64 - 165-99
    North American F-86D-15-NA Sabre 50-554 - 50-576 c/n 165-100 - 165-122
    North American F-86D-15-NA Sabre 50-704 - 50-734 c/n 165-123 - 165-153
    North American F-86D-20-NA Sabre 51-2944 - 51-3131 c/n 177-1 - 177-188
    North American F-86D-25-NA Sabre 51-5857 - 51-5944 c/n 173-1 - 173-88
    North American F-86D-30-NA Sabre 51-5945 - 51-6144 c/n 173-89 - 173-288
    North American F-86D-35-NA Sabre  51-6145 - 51-6262 c/n 173-289 - 173-406
    51-8274 - 51-8505 c/n 173-407 - 173-638
    North American F-86D-40-NA Sabre 52-3598 - 52-3897 c/n 190-1 - 190-300
    North American F-86D-45-NA Sabre 52-3898 - 52-4197 c/n 190-301 - 190-600
    North American F-86D-50-NA Sabre  52-4198 - 52-4304 c/n 190-601 - 190-607
    52-9983 - 52-10176 c/n 190-708 - 190-901
    North American F-86D-55-NA Sabre 53-557 - 53-781 c/n 201-1 - 201- 225
    North American F-86D-60-NA Sabre   53-0782 - 53-1071 c/n 201-226 - 201- 515
    53-3675 - 53-3710 c/n 201-516 - 201- 551
    53-4018 - 53-4090 c/n 201-552 - 201-624
North-American F-86E Sabre:
Een doorontwikkeling van de F-86A met een "all-flying" tail. Intern was een A-1C gunsight gerecombineerd met de AN/AAPG-30 zoekradar aangebracht; de motor was een General-Electric J47-GE-13 van ca 2500 kg stuwdruk. In totaal werden er 369 stuks van gebouwd.
  • Canadair Sabre Mk 2: 350 Stuks in licentie gebouwd, F-86E-type, 60 stuks voor de USAF, drie voor RAF en 287 voor de RCAF
North-American F-86F Sabre:
Dit was de belangrijkste productie-uitvoering, eigenlijk een opgewaardeerde F-86E met een een General-Electric J47-GE-27 van ca 2700 kg stuwdruk. Verder werden de toestellen voorzien van een optisch plat, gepantserd windscherm. Gedurende de bouw werden tal van aanpassingen door gevoerd.
Zo werd in 1952 een nieuwe type vleugel getest. Deze werd aangeduid als "6-3"vleugel en verbeterde de prestaties van het toestel aanmerkelijk. De vleugel werd later ook als conversie-kit naar het front gestuurd om daar op reeds in gebruikt zijnde toestellen te worden aangebracht. Er werden er meer dan 2239 stuks van gebouwd.
  • In 1953 weren een aantal toestellen omgebouwd tot fotoverkenner. Ze werden voor zien van twee K22 en één K-17 camera in een installatie onder de romp. Er werden in totaal 8 stuks van gebouwd, omdat de USAF de voorkeur gaf aan de RF-84F Thunderflash.
  • North-American TF-86F Sabre: Een trainersversie die in 1953 werd uitgebracht. Er werden er slechts twee stuks van gebouwd.
North-American F-86H Sabre:
Dit was een wat grotere jachtbommenwerper-uitvoering in staat om een nucleaire lading te vervoeren. Het was voorzien van een General-Electric J73-GE-3D of -3E van 4000 kg stuwdruk.Verder had het ook de "6-3"-vleugel en nog ander voorzieningen. Er werden er uiteindelijk 473 stuks van gebouwd.
North-American F-86K Sabre:
Een vereenvoudigde versie van de F-86D met vier 20 mm kanonnen, MG-4 vuurgeleidingssysteem en APG-37 radar, primair bestemd voor de NATO partners. Er werden er 120 stuks van gebouwd door North-American plus nog eens 221 stuks in licentie door Fiat.
  • YF-86K Sabre: Twee aangepaste F-86Ds die vanaf mei 1953 fungeerden als prototype voor de ontwikkeling van de F-86K.
  • North American F-86K Sabre 53-8273 - 53-8322 c/n 207-1 - 207-50.  geassembleerd door Fiat
    North American F-86K-13-NA Sabre 54-1231 - 54-1232 c/n 213-1 - 213-2. MDAP
    North American F-86K-14-NA Sabre 54-1233 - 54-1238 c/n 213-3 - 213-8. MDAP
    North American F-86K-15-NA Sabre 54-1239 - 54-1250 c/n 213-9 - 213-20. MDAP
    North American F-86K-17-NA Sabre 54-1251 - 54-1275 c/n 213-21- 213-45. MDAP
    North American F-86K-18-NA Sabre 54-1276 - 54-1300 c/n 213-46- 213-70. MDAP
    North American F-86K-19-NA Sabre 54-1301 - 54-1350 c/n 213-71 - 213-120. MDAP
    (Fiat) North American F-86K Sabre 
     
    55-4811 - 55-4880 c/n 221-51 - 221-121;  70 stuks geassembleerd door Fiat
    55-4881 - 55-4936 c/n 232-1 - 232-56; 56 stuks geassembleerd door Fiat
    56-4116 - 56-416 NA-242; 45 stuks geassembleerd door Fiat
North-American F-86L Sabre:
Begin jaren 50 werd een terreinvolg-radar,,SAGE ('t Semi-Automatic Ground Environment datalink system) ontwikkeld, die vanaf 1956 werd ingebouwd in de nog in dienst zijnde F-86D. Uiteindelijk werden 981 toestellen gemodificeerd. Deze werden ook voorzien van een nieuwe AN/ARR-39 datalink-receiver, een AN-ARC-34 radio en verder werd een AN/APX-25 identificatie-antenne en een AN/ARN-31 glide slope receiver geïnstalleerd. De gemodificeerde toestellen werden aangeduid als F-86L, en hielden hun originele block-aanduiding. Wel werden ze op block 45 standaard gebracht en ook voorzien van de F-86F-40 vleugel.

 

Technische gegevens North American F-86K Sabre
Afmetingen:
Lengte: 11,4 m Spanwijdte: 11,3 m
Hoogte: 4,5 m Vleugeloppervlak: 25 m2
Gewichten:
Leeggewicht: 6060 kg Max. startgewicht: 7372 kg
Prestaties:
Max. snelheid: 1100 km/u op zeeniveau Stijgsnelheid: - m/min
Kruissnelheid: - km/u    
Vliegbereik:

1190 km ( met externe tanks)

Gevechtsbereik 437 km

Plafond: 15118 m
Overig:
Motortype: Eén General Electric J47-GE-17B met een stuwdruk van 2267 kg en ruim 3000 kg met naverbranding
Bemanning: Eén vlieger.
Bewapening: Vier 20 mm M-24A1 boordkanonnen in de neus. Later ook AIM-9B sidewinders