Historie
De Rumpler C.IV was een tweepersoons verkenner en een verdere ontwikkeling van de Rumpler C.III, waarvan het verschilde door de andere staartvlakken en motor, een Mercedes D.IVa van 260 pk. Het toestel werd niet alleen door Rumpler zelf, maar ook door Pfalz gebouwd als Pfalz C.I.
Het werd ontwikkeld naar aanleiding van nieuwe specificaties van IDFlieg uit najaar van 1916, voor een verkenner met hoge prestatie dat in staat was om de nieuw ontwikkeld "Reihenbildkamera" mee te nemen. Het toestel opereerde op grote hoogte van circa 6000 m.
Het toestel moest de Albatros C.VII, met Mercedes D.VI van 220 pk opvolgen. Albatros zelf had de Albatros C.X, eveneens met een Mercedes D.IVa, ontwikkeld. Beide typen werden begin 1917 in dienst genomen. De Albatros bleek tegen te vallen en presteerde nauwelijks beter dan de Albatros C.VII. Er weden er uiteindelijk 100 stuks van geproduceerd, waarna ze verdwenen naar opleidingseenheden.
De Rumpler C.IV had echter te lijden van problemen met de rompconstructie, die de productie vertraagden en veel toestellen moesten dan ook terug naar de fabriek voor aanpassing. pas in mei 1917 werd het toestel in operationele dienst genomen. Door de goede prestaties bleef het tot het eind van de oorlog in gebruik. Er werden er circa 2000 stuks van gebouwd
Een afgeleide was de Rumpler 6B-2, een eenpersoons jachtvliegtuig op drijvers met een Mercedes D.III van 160 pk.
Afmetingen: | |||
Lengte: | 8,41 m | Spanwijdte: | 12,66 m |
Hoogte: | 3,2 m | Vleugeloppervlak: | 33,5 m2 |
Gewichten: | |||
Leeggewicht: | - kg | Max. startgewicht: | - kg |
Prestaties: | |||
Max. snelheid: | 171 km/u | Stijgsnelheid: | - m/min |
Kruissnelheid: | - km/u | ||
Vliegbereik: | 3,5 uur | Plafond: | 5700 m |
Overig: | |||
Motortype: | Eén Mercedes D-IVa van 260 pk | ||
Bemanning: | Twee man: één vlieger plus één waarnemer/luchtschutter | ||
Bewapening: | .Eén vaste, voorwaarts vurende Spandau LMG 08/15 7.92 mm mitrailleur; één Parabellum MG14 beweegbare mitrailleur voor de waarnemer; 100 kg bommen |