De eerste toestellen kwamen in juni 1955 in Nederlandse dienst bij het 298 squadron.
In mei 1956 werden er ook een aantal ingedeeld bij 299 squadron. De toestellen waren van het de GPLV (Groep Lichte Vliegtuigen) een landmachtonderdeel, maar ze werden door de Klu gevlogen en onderhouden. De toestellen voerden aanvankelijk squadronregistraties, tot dat die in 1959 werden afgeschaft.
De Hillers werden onder MDAP-voorwaarden geleverd.
In mei 1959 kwam nog een extra toestel, de O-36. Dit was een afwijkend type met als uiterlijk kenmerk de bolle cockpitkap.
Hiller OH-23 O-36, gefotografeerd in 1989 in het Militaire Luchtvaart Museum te Soesterberg.